Voorbereidingen Voor De Installatie - Wilo RainSystem AF Comfort Notice De Montage Et De Mise En Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Nederlands
7 Installatie en elektrische aansluiting
Installatie en elektrische aansluiting volgens de
plaatselijke voorschriften en alleen door vak-
personeel laten uitvoeren!
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
Voorschriften ter voorkoming van ongevallen in
acht nemen.
WAARSCHUWING! Gevaar door elektrische
schokken!
Gevaren door elektrische energie uitsluiten.
Instructies van lokale of algemene voorschriften
[bijv. IEC, VDE enz.] en van de plaatselijke ener-
giebedrijven in acht nemen.

7.1 Voorbereidingen voor de installatie

• Alle verbruikspunten van een waarschuwingsbord
"Geen tapwater!" voorzien. Dit kan een schrifte-
lijke of symbolische weergave zijn (in Duitsland
conform DIN 1988, T2, par. 3.3.2).
• WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid
door het binnendringen van regenwater in de
buffertank voor drinkwater!
Indien het aansluitstuk van de buffertank voor
drinkwater (pos. 10) (Fig. 1) onder het maximale
vulniveau van de opvangbak ligt, moet tussen
het aansluitstuk en de magneetklep (pos. 9) een
terugslagklep worden geïnstalleerd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid!
Om veiligheidsredenen dienen op de verbruiks-
punten uitsluitend afsluitkranen gebruikt wor-
den die niet door onbevoegden bediend kunnen
worden.
• Zorg voor een droge en vorstvrije ruimte voor de
opstelling van de installatie.
• Kies een opstellingsplaats die geschikt is voor de
grootte van de installatie en de bereikbaarheid van
de aansluitingen.
• Houd rekening met de benodigde ruimte voor
onderhoudswerkzaamheden en de luchttoevoer
van de motor (Fig. 8).
• Zorg ervoor dat de netstekker van het apparaat
altijd toegankelijk is.
• Kies een wand met voldoende draagvermogen die
geschikt is voor wandmontage.
• Houd minstens 1 m afstand boven de vloer aan.
• Installeer de installatie zo dicht mogelijk bij de
opvangbak. Houd het horizontale buisstuk van de
zuigleiding zo kort mogelijk.
• Leg de zuigleiding zo dat deze continu stijgt.
• De doorsnede van de zuigleiding dient minstens
zo groot te zijn als de nominale doorlaat van de
zuigaansluiting (1") van de pomp.
• Vermijd armaturen in de zuigleiding die het zuig-
vermogen reduceren.
• Houd u aan de maximale aanzuighoogte van de
centrifugaalpomp. De aanzuighoogte bestaat uit
de geodetische hoogte tussen pomp en waterpeil
in de opvangbak en de verlieshoogte van de com-
plete zuigleiding (zie Fig. 7).
• Voorkom knikken, bochten en verdunningen van
het buissysteem aan de zuigzijde. Hierdoor wordt
de stromingsweerstand, en dus ook de verlies-
hoogte van de zuigleiding, groter.
60
• Bevestig alle leidingaansluitingen met verbindin-
gen (draadaansluitingen) die losgemaakt kunnen
worden.
• Breng de zuigleiding drukloos en vacuümdicht
aan.
• Let erop dat de zuigleiding zich door het aanzui-
gen van de centrifugaalpomp niet vervormt.
• Om voor een storingsvrije werking van de installa-
tie te zorgen wordt dringend aangeraden om vóór
de opvangbak een Wilo verzamelfilter of Wilo-
DuoFilter (toebehoren) te monteren.
• Zorg voor extra bescherming van de pomp d.m.v.
een voetventiel aan de zuigbuis met terugslagklep
en zeef (maaswijdte 1 mm) of een extra filterstuk
om te voorkomen dat de zuigbuis leegloopt en
verstopt raakt.
AANWIJZING: Wij adviseren om de drijvende
aftapping met een fijn aanzuigfilter uit het Wilo
programma in combinatie met een flexibele zuig-
leiding toe te passen.
AANWIJZING: het wordt aangeraden om ter
plaatse een manometer aan de perszijde aan te
brengen.
7.2 Wandmontage van de installatie (Fig. 8)
• Breng volgens het boorschema (Fig. 8) drie boor-
gaten (Ø 12 mm) aan op een wand met voldoende
draagvermogen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
De meegeleverde pluggen zijn niet geschikt
voor bevestiging aan lichte bouwwanden.
• Voor de bevestiging aan lichte bouwwanden
dienen in de vakhandel geschikte bevestigings-
middelen gekocht te worden.
• Let bij montage aan lichte bouwwanden op vol-
doende geluidsisolatie.
• Bevestig de installatie met drie stokschroeven
(Ø 10 x 120 mm) en pluggen (Ø 12 mm) (leverings-
omvang).
7.3 Hydraulische installatie (Fig. 1)
Breng na de wandmontage de volgende aanslui-
tingen aan:
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
Het gewicht van het buissysteem kan schade
aan de installatie veroorzaken.
• Vang de gewichten van de buizen op met
geschikte bevestigingen.
• Sluit alle leidingen spanningsloos aan.
• Sluit de zuigleiding van de opvangbak op de aan-
sluiting aan de perszijde (pos. 8) aan.
• Sluit de persleiding (verbruikersleiding) op de aan-
sluiting aan de perszijde (pos. 6) aan.
• Sluit de drinkwateraansluiting op de aansluiting
van de drinkwatertoevoer (pos. 5) aan.
• Installeer de overlooptrechter (pos. 10) zo onder
de overloop van de buffertank voor drinkwater dat
de afvoer niet gehinderd wordt. De afstand tussen
de overloop van de buffertank voor drinkwater
(pos. 4) en de overlooptrechter moet ten minste
100 mm zijn.
WILO SE 01/2009

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières