Anleitung_RG_CM_36_Li_SPK7:_
NL
Instructies voor het correct maaien
Voor het gras afrijden is een overlappende werkwijze
aan te bevelen.
Maai enkel met een scherp en intact mes zodat de
grashalmen niet uitrafelen en het gazon niet geel
wordt.
Om een keurig maaipatroon te bereiken leidt u de
maaier in zo recht mogelijke banen. De banen
moeten elkaar steeds overlappen met enkele
centimeters zodat er geen stroken blijven staan.
Hoe vaak moet worden afgereden hangt in principe
ervan af hoe snel het gras groeit. In de
hoofdgroeiperiode (mei – juni) twee keer per week,
anders eenmaal per week. De maaihoogte moet
tussen 4 en 6 cm liggen en het gras moet 4 tot 5 cm
groeien voordat u het opnieuw afrijdt. Mocht het gras
ooit wat langer worden, maak dan achteraf niet de
fout het gras direct in één keer op de normale hoogte
terug te snijden. Dit schaadt het gazon. Snij dan nooit
meer dan de helft van de grashoogte terug.
De onderkant van het koetswerk van de maaier
schoon houden en afgezet gras zeker verwijderen.
Afgezet materiaal bemoeilijkt het starten, doet
afbreuk aan de maaikwaliteit en belemmert het
uitwerpen van het gras.
Op hellingen moet de maaibaan steeds dwars over
de helling verlopen. Het wegglijden van de maaier
kan door schuin omhoog verplaatsen worden
voorkomen.
Kies de maaihoogte naargelang de werkelijke lengte
van het gras. Rijd het gras in meerdere beurten af
zodat het gazon per beurt maximaal 4 cm korter
wordt gereden.
Voordat u eender welke controles aan het mes
uitvoert zeker de motor afzetten. Denk eraan dat het
mes na het afzetten van de motor nog enkele
seconden blijft draaien. Probeer nooit het mes te
stoppen. Controleer regelmatig of het mes correct
bevestigd, in perfecte staat en goed geslepen is. Zo
niet het mes slijpen of vervangen. Indien het
roterende mes een voorwerp raakt, de maaier
uitschakelen en wachten tot het mes helemaal
stilstaat. Controleer vervolgens de toestand van het
mes en de meshouder. Indien die beschadigd zijn
moeten ze worden vervangen.
Zodra er tijdens het maaien grasresten blijven liggen
of de vulniveau-indicator (fig. 7, pos. A) dichtvalt moet
de opvangzak worden leeggemaakt.
52
15.12.2010
13:18 Uhr
Seite 52
Let op! Vóór het afnemen van de opvangzak de
motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak af te nemen tilt u met één hand de
uitwerpklep op en met de andere hand neemt u de
opvangzak aan het handvat uit. Overeenkomstig de
veiligheidsvoorschriften valt de uitwerpklep bij het
wegnemen van de opvangzak dicht en sluit de
achterste uitwerpopening. Als daarbij grasresten in
de opening blijven hangen, trekt u de maaier best
ongeveer 1 m terug om het starten van de motor te
vergemakkelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op het
werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen maar met de gepaste hulpmiddelen, b.v.
borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen de
opvangzak en vooral het net na gebruik van binnen te
worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken als de motor afgezet is
en het maaigereedschap stilstaat. Uitwerpklep met
één hand optillen en met de andere hand de
opvangzak aan het handvat vasthouden en van
boven vasthaken.
8. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Verwijder vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
veiligheidsstekker (fig. 8, pos. 5).
8.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel onmiddellijk na
elk gebruik schoon te maken.
Maak het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep schoon. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofdelen van het toestel kunnen aantasten.
Zorg ervoor dat geen water binnen in het toestel
terecht kan komen.
De maaier mag niet met stromend water, vooral
niet onder hoge druk, schoon worden gemaakt.
Aan het einde van het seizoen voert u een
algemene controle van de maaier uit en
verwijdert u al het achtergebleven gras- en ander
materiaal. Telkens vóór begin van het seizoen
zeker de toestand van het mes controleren. Voor