• Gebruik het juiste type batterij.
• Raak de batterijlader alleen aan met droge handen.
• Plaats de batterijlader op een stabiele ondergrond.
• Raak de batterijlader noch de batterijen aan tijdens het opladen.
• Dek de batterijlader niet af, bijvoorbeeld met een doek of een kussen.
• Laad geen volledig opgeladen batterijen op.
• Laad de batterij niet op met omgewisselde polen.
Opmerkingen over het gebruik van de batterijlader en
batterijen
Opladen
• Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Sony NH-batterijen
(nikkelmetaalhydride).
Als u mangaan, alkaline of vergelijkbare batterijen gebruikt, kunnen deze
gaan lekken of exploderen.
mangaan
• Plaats de batterijen op de juiste manier in de batterijlader.
Als de batterijen niet goed zijn geplaatst, kunnen de aansluitpunten van
de batterijlader worden beschadigd of kunnen de batterijen niet goed
worden opgeladen.
• Voordat u de batterijen voor het eerst gebruikt, moeten deze volledig zijn
opgeladen.
• Als de batterijen volledig zijn opgeladen, moet u deze snel uit de
batterijlader verwijderen. Als u de batterijen te lang in de batterijlader
laat zitten, kan de prestatie van de batterijen verslechteren.
• Vlak nadat het oplaadlampje is opgehouden met branden, zijn de
batterijen nog heet. Wees voorzichtig.
• Om de batterijen optimaal te laten presteren, moet u ze enkele keren
volledig laten ontladen en weer volledig opladen.
• Wanneer u batterijen aanschaft of wanneer u de batterijen lang niet hebt
gebruikt, is de lading wellicht kleiner dan u verwacht. Dit is gewoon bij
dergelijke batterijen. Als u de lading echter volledig gebruikt en de
batterijen opnieuw oplaadt, worden deze na een aantal keren weer
volledig opgeladen.
Temperatuur van de oplaadomgeving
Voor een optimale lading moeten batterijen worden opgeladen bij een
omgevingstemperatuur van 10 tot 30°C. Als de omgevingstemperatuur
niet tussen de 10 tot 30ºC is, kunnen de batterijen niet goed worden
opgeladen.
alkaline
Wordt vervolgd
7-NL