13. Verhelpen van storingen
U heeft met deze mistmachine een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is
ontwikkeld en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Daarom wordt hieronder beschreven hoe eventuele storingen kunnen worden verholpen:
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht!
Geen functie nadat het apparaat werd ingeschakeld:
• De netstekker zit niet goed in de contactdoos.
• Het netsnoer zit niet goed in de netaansluiting (4) van het apparaat.
• De contactdoos wordt niet van stroom voorzien.
Er volgt geen reactie op DMX-bevelen:
• De blackout-modus aan de DMX-controller is geactiveerd.
• Het DMX-adres is verkeerd ingesteld.
• De verbinding tussen DMX-controller en de mistmachine is onderbroken.
• De DMX-leiding is te lang of wordt gestoord. Gebruik een speciale DMX-hoogfrequentieleiding. Probeer
om de DMX-leiding van stoorbronnen verder weg te leggen.
• De polariteit van de DMX-aansluitingen aan de DMX-controller en de mistmachine verschillen.
• Probeer indien mogelijk een andere DMX-controller.
Tijdens het bedrijf is plots geen nevelen meer mogelijk:
• Het apparaat warmt na. Als het naverwarmen afgesloten is, nevelt het apparaat weer.
• Het apparaat heeft geen contact meer met de voeding. Controleer de correcte verbinding en de spanning
van het stopcontact.
• De tank is leeg, bijvullen.
Het apparaat nevelt ondanks het uitgeschakelde nevelen resp. na het uitschakelen/loskoppelen nog kor-
te tijd na:
• Dit is geen defect. De rest van de zich nog in de mistuitgang bevindende mistvloeistof verdampt.
Andere reparaties zoals hiervoor omschreven mogen alleen door een geautoriseerde vakman
worden uitgevoerd.
75