STORING
DE KETEL WORDT GEMAKKELIJK VUIL
OORZAAK:
Brander slecht afgesteld
Rookkanaal verstopt
Luchtstraat brander is vuil
DE KETEL KOMT NIET OP TEMPERATUUR
OORZAAK:
Ketellichaam is vuil
Combinatie ketel/brander
Debiet brander is onvoldoende
Regelthermostaat
THERMISCHE VEILIGHEIDSBLOKKERING VAN DE KETEL
MET SIGNAALLAMPJE OP HET BEDIENINGSPANEEL
OORZAAK:
Regelthermostaat
Geen water
Lucht aanwezig
DE KETEL KOMT OP TEMPERATUUR MAAR HET VERWARMINGSSYSTEEM IS KOUD
OORZAAK:
Lucht in de installatie
Circulatiepomp geblokkeerd
Minimumthermostaat (indien aanwezig)
GEUR VAN ONVERBRANDE PRODUCTEN
OORZAAK:
Rookgas komt vrij in de ruimte
FREQUENTE ACTIVERING VAN DE VEILIGHEIDSKLEP
OORZAAK:
Circuitdruk van de installatie
Expansievat van de installatie
OPLOSSING: Controleer de afstelling van de brander (rookgasanalyse)
Reinig gasstraat en rookkanaal
Reinig luchtkanaal van de brander
OPLOSSING: Reinig gasstraat
Controleer de gegevens en afstellingen
Controleer de afstelling van de brander
Controleer de correcte werking
Controleer de ingestelde temperatuur
OPLOSSING: Controleer de correcte werking
Controleer de ingestelde temperatuur
Controleer de elektrisch bedrading
Controleer de voelers van de sensoren
Controleer de druk van het circuit
Controleer de ontluchtingsklep
OPLOSSING: De installatie ontluchten
De circulatiepomp ontgrendelen
De ingestelde temperatuur controleren
OPLOSSING: Controleer de reiniging van het ketellichaam
Controleer de reiniging van de rookgasafvoer
Controleer de hermetische afdichting van ketel,
rookgasafvoer en rookkanaal
OPLOSSING: Controleer de vuldruk
Controleer het circuit van de installatie
Controleer de afstelling
Controleer de ingestelde temperatuur
Controleren
- 73 -
NL