Montage
Inbedrijfstelling
Voorbereidende controles
Zorg ervoor dat:
de aansluitingen van het hydronische systeem goed vast
zitten
er geen lekken zijn
de installatie is ontlucht - Een slechte ontluchting kan de
pompen en de elektrische verwarmers beschadigen
de pompen vrij en ontlucht zijn voordat u ze aanzet
de kleppen van het circuit open zijn en de pompen op de
tijdens de test bepaalde snelheid staan
de vul- en afvoerkleppen zijn gesloten
de druk van de waterkring 1 bar is
de filter geïnstalleerd is
de elektrische aansluitingen goed zijn bevestigd; slecht
bevestigde elektrische aansluitingen kunnen problemen
met de werking en oververhitting veroorzaken, wat
aanzienlijke schade tot gevolg kan hebben
Netwerkconfiguratie
Netwerkoverzicht
Alle apparaten in het systeem zijn aangesloten op één
buscommunicatie met de twee draden aangesloten op de
Rc- en Rh-pinnen.
Op deze manier is het mogelijk de apparaten op elk punt
van het netwerk aan te sluiten
Middels auto-configuratie wordt een uniek adres, tussen 1
en 213, toegekend aan alle aangesloten apparaten, met de
volgende adresseringsregels:
Apparaat
Carrier vaste-snelheid
warmptepomp
30AWH warmtepompen
Comfort Module kaart
(Master kaart)
Kits 2 zones/Zwembadkaarten
(Slave kaarten)
Gebruikersinterfaces
Om de systeemnetwerk aansluiting te bepalen moeten alle
gebruikersinterfaces worden verbonden met de betreffende
kaarten (master en slaves). Alle slave kaarten kunnen tot 2
verschillende zones beheren, en ze kunnen daardoor worden
verbonden met 2 verschillende interfaces (één voor elke zone).
Fig. 13 toont een voorbeeld van netwerkaansluitingen met
de betreffende betrokken parameters uit de variabelentabel
Adresseringsbereik
1
2 ÷ 9
10
21 ÷ 84
85 ÷ 213
er aarde-aansluitingen zijn gemaakt voor alle geïnstalleerde
onderdelen
er geen gereedschap of andere vreemde voorwerpen in de
unit zijn achtergebleven
de unit stabiel staat
Opstarten
Controleer alle mechanische, hydraulische en elektrische
aansluitingen en schakel de elektrische verwarmer niet
AAN alvorens de configuratie en het water vullen te hebben
voltooid.
Zet alleen de kaarten en de warmtepomp AAN en begin met
de netwerkconfiguratie zoals beschreven in deze handleiding.
Tijdens het water vullen kan Par. 104 worden gebruikt om de
warmtepomp(en) te dwingen alle lucht in het systeem naar de
afvoer te leiden
Wanneer het systeem is geconfigureerd zetten deze operaties
de schakelaars van de elektrische verwarmers ook AAN.
Legenda van fig. 13
30AWH kaart
Koeler 1:
Omgekeerde koeler
Serienummer XXXXXX
Adres: 2
Master kaart:
Serienummer AAAAAA
Adres: 10
Zone 1
Zone 2
Par. 22: 1
Par. 22: 2
Par. 126: 85
Par. 126: 0
NUI 1:
Master gebruikersinterface
Serienummer BBBBBB
Adres: 85
Par. 128: 85
Par. 107: 0
NUI 3:
Gebruikersinterface Zone 2
Serienummer CCCCCC
Adres: 87
Par. 128: 87
Par. 107: 1
Slave kaart:
Serienummer DDDDDD
Adres: 21
Zone 1
Zone 2
Par. 22: 1
Par. 22: 2
Par. 126: 86
Par. 126: 87
NUI 2:
Serienummer EEEEEE
Gebruikersinterface Zone 1
Adres: 86
Par. 128: 86
Par. 107: 1
165
80HMA