►
Houdt de informatie omtrent de juiste reinigingsborstels een wegwerpspuiten aan, zie Gevalideerd reinigings- en
desinfectieprocédé.
Fase I
►
Reinig het product minstens 15 min in het ultrasoonreinigingsbad (frequentie 35 kHz). Zorg ervoor dat alle toe-
gankelijke oppervlakken bevochtigd worden en dat geluidsschaduwen worden vermeden.
►
Reinig het product met een geschikte reinigingsborstel in de oplossing totdat er op het oppervlak geen residuen
meer te bespeuren zijn.
►
Reinig niet zichtbare oppervlakken indien van toepassing gedurende tenminste 1 met een geschikte reinigings-
borstel.
►
Beweeg alle bewegende onderdelen, zoals stelschroeven, scharnieren enz. tijdens de reiniging.
►
Spoel deze plekken vervolgens minstens 5-maal grondig door met de reinigingsactieve desinfectieoplossing en
een geschikte wegwerpspuit.
Fase II
►
Spoel het product volledig (alle bereikbare oppervlakken) onder stromend water af/door.
►
Beweeg tijdens het spoelen alle niet starre delen zoals stelschroeven, scharnieren enz.
Machinale alkalische reiniging en thermische desinfectie
Type apparaat: enkele kamer-reinigings-/desinfectieapparaat zonder ultrasoonreiniging
Fase
Stap
T
[°C/°F]
I
Voorspoelen
<25/77
II
Reinigen
55/131
III
Tussenspoelen
>10/50
IV
Thermische desinfectie
90/194
V
Drogen
-
D–W:
Drinkwater
DM–W:
Gedemineraliseerd water (microbiologisch minstens drinkwaterkwaliteit)
*Aanbevolen: BBraun Helimatic Cleaner alkaline
►
Na de machinale reiniging/desinfectie moeten zichtbare oppervlakken op resten worden gecontroleerd.
Controle, onderhoud en inspectie
Opmerking
Niet van toepassing op implantaat.
Beschadiging (metaalaantasting/wrijvingscorrosie) van het product door onvol-
doende oliën!
►
De bewegende delen (bijv. scharnieren, schuifonderdelen en draadstangen)
voor de functietest smeren met een beetje verzorgingsolie die geschikt is voor
VOORZICHTIG
het gebruikte sterilisatieproces (bijv. bij stoomsterilisatie STERILIT® I-oliespray
JG600 of STERILIT® I-oliedruppelfles JG598).
►
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur.
►
Controleer het product na elke reiniging, desinfectie en droging op: droogheid, hygiëne, werking en beschadigin-
gen, bijv. isolatie, corrosie, losse, verbogen, gebroken, gebarsten, versleten en afgebroken onderdelen.
►
Laat natte of vochtige producten drogen.
►
Reinig en desinfecteer verontreinigde producten nogmaals.
►
Controleer de werking van het product.
►
Verwijder beschadigde of slecht werkende producten onmiddellijk en stuur deze naar de Technische Dienst van
Aesculap, zie Technische dienst.
►
Controleer de compatibiliteit met de bijbehorende producten.
Verpakking
►
Plaats het product in de bijbehorende houder of leg het op een geschikte zeefkorf. Zorg ervoor dat de snijkanten
zijn beschermd.
►
Pak de zeefkorven in volgens de vereisten voor het betreffende sterilisatieprocédé (bijv. in steriele containers van
Aesculap).
►
Zorg ervoor dat de verpakking herverontreiniging van het product tijdens de opslag verhindert.
Stoomsterilisatie
►
Zorg ervoor dat alle buiten- en binnenvlakken van het product aan het sterilisatiemiddel worden blootgesteld
(bijv. door het openen van ventielen en kranen).
►
Gevalideerd sterilisatieprocédé
– Stoomsterilisatie met gefractioneerd vacuümprocédé
– Stoomsterilisator conform DIN EN 285 en gevalideerd conform DIN EN ISO 17665
– Sterilisatie volgens gefractioneerd vacuümprocédé bij 134 °C, verblijftijd 5 min
►
Wanneer meerdere producten tegelijk worden gesteriliseerd in de stoomsterilisator: Let erop dat de maximale
belading van de stoomsterilisator, die de fabrikant opgeeft, niet wordt overschreden.
Opslag
►
Bewaar de steriele producten in een kiemdichte verpakking, beschermd tegen stof, op een droge en donkere
plaats bij een constante temperatuur.
t
Water-
Chemie
kwaliteit
[min]
3
D–W
-
■
10
DM-W
Concentraat, alkalisch:
– pH ~ 13
– <5 % anionische tensiden
■
Gebruiksoplossing 0,5 %
– pH ~ 11*
1
DM-W
-
5
DM-W
-
-
-
Conform het programma voor reini-
gings- en desinfectieapparaat
Gebruik
Slechte werking van het implantaat door verkeerde toepassing!
►
Boor de schroefgaten voor met de voorgeschreven boorgat-afmetingen.
►
Let er bij het inschroeven van de botschroeven op dat de beweging van de
schroevendraaier zo weinig mogelijk heen-en-weerbeweging veroorzaakt.
WAARSCHUWING
►
Draai de schroef in de as van de schroevendraaier in en zorg ervoor dat ze niet
kantelt.
►
Verwijder de botschroeven nadat het genezingsproces is voltooid.
Beschadiging van het spijsverteringskanaal/ademnood door inslikken/aspiratie van
botschroeven.
►
Gebruik de schroeven-borghuls.
►
Breng de botschroef voorzichtig in het OP-veld, om te verhinderen dat de bot-
WAARSCHUWING
schroef van de schroevendraaierkling valt.
Opmerking
De volgende waarschuwingen gelden voor spiraalboor DX629R tot DX631R.
Gevaar voor verwonding en materiële schade door onoordeelkundig gebruik van de
werktuigen!
►
Volg de veiligheidsinformatie en aanwijzingen in de gebruiksaanwijzingen op.
►
Behandel instrumenten met scherpe sneden bij het aankoppelen/loskoppelen
WAARSCHUWING
voorzichtig.
Gevaar voor verbranding van huid en weefsel door botte werktuigen!
►
Gebruik alleen werktuigen in perfecte staat.
►
Vervang botte instrumenten.
WAARSCHUWING
Door verbogen of tijdens het gebruik brekend gereedschap bestaat verwondings-
gevaar voor patiënt en gebruiker!
►
Overbelasting (bijv. verbuiging enz.) van de gereedschappen tijdens gebruik
voorkomen.
WAARSCHUWING
Boorgat-afmetingen
∅ 1,2 mm (grijs magazijn)
Schroevensysteem
∅ 1,0 mm
Pilootboring van botfragment/kaak-
been
(blauwe markering)
∅ 1,25 mm
Glijgat-boring in het botfragment
(gele markering)
Voor de toepassing moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn:
■
Alle noodzakelijke implantaatcomponenten zijn beschikbaar
■
Implantatie-instrumenten inclusief speciale Aesculap-implantaatsysteeminstrumenten compleet en klaar voor
gebruik
■
Voorwaarde voor succesvol gebruik van dit product is een bijbehorende medische opleiding en de theoretische
en praktische beheersing van alle vereiste operatietechnieken, met inbegrip van de juiste handhaving van dit pro-
duct.
■
Inlichtingen ingewonnen bij de fabrikant in geval van een onduidelijke preoperatieve situatie en bij implantaten
in de te behandelen zone
De patiënt werd over de ingreep geïnformeerd en heeft zich schriftelijk akkoord verklaard met de volgende informa-
tie:
■
De implantaatcomponenten mogen niet worden overbelast door extreme belasting, zware lichamelijke inspan-
ningen en sport.
■
De patiënt moet over de beperkte belastbaarheid van het implantaat ingelicht worden en overeenkomstige
gedragsregels krijgen. De risico's bij het overtreden van de gedragsregels werden de patiënt duidelijk gemaakt.
De patiënt moet regelmatig opnieuw door de arts worden onderzocht.
Boor het botfragment en kaakbeen voor met een pilootboor (∅ 1,0 mm resp. ∅ 1,25 mm).
►
Boor het voorgeboorde botfragment verder uit met een glijgatboor (∅ 1,25 mm resp. ∅ 1,5 mm).
►
►
Fixeer het botfragment met botschroeven.
Voor meer informatie over implantaatsystemen kunt u altijd contact opnemen met B. Braun/Aesculap of met de
bevoegde B. Braun/Aesculap-vestiging.
Technische dienst
Gevaar voor letsel en/of slechte werking!
►
Geen modificaties aan het product aanbrengen.
WAARSCHUWING
►
Neem contact op met uw plaatselijke B. Braun/Aesculap-vertegenwoordiger voor service en reparaties.
Wijzigingen aan medischtechnische hulpmiddelen kunnen leiden tot het verlies van elke aanspraak op garantie en
het intrekken van eventuele goedkeuringen.
Service-adressen
Aesculap Technischer Service
Am Aesculap-Platz
78532 Tuttlingen / Germany
Phone:
+49 7461 95-1602
Fax:
+49 7461 16-5621
E-Mail:
ats@aesculap.de
Andere service-adressen zijn verkrijgbaar op het bovengenoemde adres.
Verwijdering
►
De verwijdering of recycling van het product, de onderdelen en verpakking hiervan dient plaats te vinden in over-
eenstemming met de nationale voorschriften!
TA-Nr. 012829
2018-11
V6
Änd.-Nr. 59339
∅ 1,5 mm (geel magazijn)
∅ 1,25 mm
(gele markering)
∅ 1,5 mm
(rode markering)