Rigging
Het ophangen vereist een degelijke praktijkervaring: u moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken, ... Laat het
materiaal en het toestel regelmatig nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring
mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
De draagconstructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht
van dit toestel kunnen dragen zonder te vervormen.
Maak het toestel ook altijd vast met een veiligheidskabel (bijv. VDLSC7N of VDLSC8N). Bevestig de
veiligheidskabel zodat geen enkel onderdeel van het toestel naar beneden kan vallen wanneer de
hoofdbevestiging loskomt.
Controleer of de veiligheidskabels 10 x het gewicht van het toestel kunnen dragen. Beperk de
maximale valhoogte, om letsels te voorkomen. Als de veiligheidskabels te lang zijn, draai ze dan
enkele keren rond de truss om de valhoogte te beperken.
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of herstelt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar
volledig nakijken.
Installeer het toestel op een plaats waar weinig mensen voorbijkomen en die niet toegankelijk is voor
onbevoegden.
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0.5 m rond het toestel.
7.
Aansluiting
Voeding
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet.
Alle toestellen moeten via een geaard stopcontact gevoed worden.
Sluit het toestel niet aan op een variabele weerstand of dimcircuit, ook al gebruikt u de variabele
weerstand of het dimcircuit als een 0% tot 100% inschakeling.
Laat het toestel aansluiten door een geschoolde elektricien.
DMX-512-aansluiting
Indien nodig, sluit een XLR-kabel aan op de vrouwelijke XLR-uitgang van een controller (niet
meegelev.) en het andere uiteinde op de mannelijke XLR-ingang van het toestel. U kunt meerdere
toestellen in serie aan elkaar koppelen. Gebruik daarvoor een 2-aderige afgeschermde kabel met XLR
ingangs- en uitgangsaansluitingen.
Een DMX-eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een
omgeving met veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van
het digitale controlesignaal door elektrische ruis. De DMX-eindweerstand is niets meer dan een XLR-
stekker met een weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op
de XLR-uitgang van het laatste toestel in de reeks.
V. 01 – 29/06/2015
VDPL150MH21
16
1
VDPL150MH21
2
omegabeugel
3
klem
4
bevestigingsbalk
5
veiligheidskabel
©Velleman nv