Montagehandleiding
NL
■
Stel de hoofdsteun zo in, dat de bovenkant zich ongeveer ter hoogte van de oren bevindt.
■
Neem in geval van twijfel en bij vragen contact op met uw vakhandelaar.
■
Waarschuwing: bevestig géén extra bagage aan het kinderstoeltje. Gebruik desnoods een pakkendrager voor
de vooras om een goede verdeling van het gewicht te waarborgen. Let ook hier erop, dat het draagvermogen
van de fiets en het fietsstoeltje nicht mag worden overschreden.
■
Waarschuwing: Er mogen géén wijzigingen aan het fietsstoeltje aangebracht worden. Het fietsstoeltje voldoet
aan de voorgeschreven veiligheidseisen. Door ondeskundige reparaties en bouwtechnische wijzigingen (de-
montage van originele onderdelen, monteren van niet toegestane delen etc.) kan gevaar voor de gebruiker ont-
staan.
■
Waarschuwing: het rijgedrag van de fiets kan met een kind in het fietsstoeltje veranderen. Vooral met betrekking
tot het evenwicht, het sturen en het remmen. Zorg dat het kind rustig blijft zitten. Plotselinge gewichtsverplaats-
ing kan de rijveiligheid aanzienlijk beïnvloeden.
■
Waarschuwing: stal de fiets nooit als het kind nog in het fietsstoeltje zit.
■
Waarschuwing: het fietsstoeltje mag niet gebruikt worden als er een onderdeel defect is. Beschadigde onder-
delen kunnen uw veiligheid en dat van het kind in gevaar brengen. Controleer voor de rit of alle onderdelen
om schade en losse verbindingen (schroeven, steekverbindingen, veiligheidsgordel, etc.). Beschadigde of vers-
leten onderdelen direct vervangen. Gebruik hiervoor uitsluitend originele KETTLER onderdelen.
■
Let op: Controleer bij extreme weersomstandigheden of het fietsstoeltje wel gebruikt kan worden, omdat bijv. bij
sterk zonlicht het stoeltje erg heet kan worden en bijv. bij temperaturen ver onder nul de huid aan het stoeltje
kan blijven plakken.
■
Let op: wij adviseren bij het gebruik van KETTLER kinderzitjes een standaard zadelpen (geen gevederde zadel-
pen) te gebruiken, om het gevaar van kneuzingen in het veerbereik tussen zadel en frame uit te sluiten.
Montage
■
Het kinderzitje moet zó aangebracht worden, dat er geen contact met de bagagedrager bestaat. De afstand
tussen bagagedrager buisbeugel moet minstens 25 mm bedragen.
■
Bevestig de roerbeugel parallel met de grond. Het zitvlak is daarmee lichtjes naar vanachter geneigd, zodat
het kind er niet kan uitglijden, en de rugsteun neigt zich een beetje naar vanachter.
■
Het zwaartepunt van de last van het zitje (gekenmerkt door een rode punt) mag zich hoogstens 10 cm achter
de wielnaaf bevinden (wordt onderstaand nog nader toegelicht).
■
Bij zadels met vrijliggende veren moeten de veren ter bescherming van letsel afgedekt worden (bijvoorbeeld met
KETTLER klemveiligheid, art.no. 08947-690).
■
Voorts moet ter bescherming tegen letsel het achterwiel met een extra afdekking van de spaken of een jasbe-
schermer uitgerust worden.
■
Draai alle schroeven met een draaimoment van ca. 6 Nm vast. Controleer na elke montagestap of alle schro-
efverbindingen goed vast zitten.
■
Controleer of alle delen van de fiets met het gemonteerde fietstoeltje erop nog goed functioneren (bijv. stuur en
rem).
Onderhoud
■
Gebruik voor het reinigen en onderhoud van het fietsstoeltje milieuvriendelijke, in géén geval agressieve of bij-
tende middelen.
■
Indien nodig kunnen ook de veiligheidsgordels schoongemaakt worden. Hierbij is het erg belangrijk dat u géén
agressieve middelen gebruikt. Een mild zeepsopje is meestal voldoende.
■
Vochtige zitkussens of vochtige bekleding kan af en toe, door wrijving, leiden tot vlekken op lichte kledingstuk-
ken.
Toebehoren
■
Als u het zitje ook aan een andere fiets wilt aanbrengen, kunt u onder art. no. 8947-633 een extra houder voor
het kinderzitje nabestellen.
■
Ter voorkoming van diefstal van het kinderzitje kan een cylinderslot worden aangebracht. Het slot (type
12