● Houd u bij het vullen van de
tuinhakselaar binnen het werkgebied.
(
9.4)
● Start de tuinhakselaar. (
● Organisch materiaal zoals fruit- en
groenteafval, bloemenresten, bladeren,
dunne takken enz. in de vulopening (1)
voor zacht materiaal werpen.
De vulopening (1) uitsluitend met
zacht materiaal of met dunne (tot
ca. 10 mm diameter) takken met
veel zijtakken vullen. De toevoer
van de takken (3) moet bij het
vullen met zacht materiaal in de
ingeklapte stand staan. (
Vochtig of nat zacht materiaal leidt
sneller tot verstoppingen in het
apparaat. Hierbij de tuinhakselaar
langzamer vullen en met name op
het toerental van de
verbrandingsmotor letten. Bij het
vullen van het apparaat met zacht
materiaal voorkomen dat de kap
van de verbrandingsmotor met
hakselmateriaal wordt bedekt.
Kans op oververhitting van de
verbrandingsmotor door bedekte
koelsleuven!
Houd de verbrandingsmotor altijd
vrij van vuil!
Hard materiaal:
● houd bij het vullen van de
tuinhakselaar het
werkbereik in de gaten.
(
9.4)
● Toevoer van takken (3)
uitklappen. (
11.3)
● Maximale takdiameter aanhouden.
(
9.3)
● Tuinhakselaar starten. (
0478 216 9905 A - NL
Gevaar voor letsel!
Om letsel door terugslaande takken
te voorkomen, moet de
tuinhakselaar op de juiste manier
11.1)
met hard materiaal worden gevuld.
Als de tuinhakselaar langs achter
gevuld wordt (d. w.z. de gebruiker
staat in het werkgebied (
moeten de takken een beetje
schuin worden gehouden en
conform het symbool (4) aan de
linker trechterwand tot aan de
messenset ingevoerd worden. Let
bij het vullen op de maximale
diameter van de takken. (
grote vulopening (2) dient
11.4)
uitsluitend voor een betere invoer
van takken met veel zijtakken.
Dikke takken en sterk vertakt
materiaal vooraf met een
boomschaar afkorten (maximale
takdikte aanhouden). Dunne takjes
(tot ca. 10 mm diameter) in de
vulopening (1) voor zacht materiaal
werpen.
● Materiaal van bomen, heggen of takken
langzaam in de vulopening (2) van de
uitgeklapte toevoer van de takken (3)
geleiden. Het hard materiaal wordt
daarbij automatisch door de machine
naar binnen getrokken. Langere takken
moeten bij het hakselen met de hand
worden ondersteund en geleid.
11.1)
10. Veiligheidsvoorzieningen
10.1 Veiligheidsvergrendeling
De tuinhakselaar mag alleen bij een
9.4) ,
correct afgesloten vultrechter ATO 400
worden gestart. Bij het losdraaien van de
aan- / uit-knop tijdens de werking schakelt
de elektromotor of de verbrandingsmotor
zichzelf uit en komt het
hakselgereedschap na enkele seconden
tot stilstand. Bij het wegnemen van de
9.3) De
vultrechter ATO 400 worden de beide
messenschijven automatisch mechanisch
geblokkeerd.
119