Calista 1 V 35 BN, code 026 490
m m C E
8 0 0
6 0 0
4 0 0
2 0 0
0
1 0 0 0
0
Figuur 3- Lastverlies van de hydraulische omloop
Werkingsprincipe
1.4
Veiligheid ketel
D e
v e i l i g h e i d s t h e r m o s t a a t ,
herinschakelbaar, is geregeld op 110 °C.
Op stand "radiator en kraan" (in de winter)
De brander werkt in alles of niets op aanvraag van de
ketelthermostaat (bereik 35-90 °C) of van de eventuële
kamerthermostaat.
Omloop 1 : De eventuële kamerthermostaat 1 werkt
op de circulatie-pomp verwarming 1 ofwel op de
brander volgens de aansluiting.
Omloop 2 : De eventuële kamerthermostaat 2 werkt
op de circulatiepomp verwarming 2.
De "mini"-thermostaat zet de circulatiepomp buiten
dienst todat de temperatuur van de warmte wisselaar
(40 °C) berijkt.
In de stand "kraan" (in de zomer)
De brander werkt enkel op aanvraag van de sanitaire
regulatie van de boiler (type RS 3100).
Gesloten toestel van het type (C13 of C33).
De frisse lucht nodig aan de verbranding wordt buiten
aan het eindstuk opgenomen en opgezogen naar de
ketel langs de concentrische buizen.
De verbrande gassen worden naar buiten gedrukt door
de tegenovergestelde weg te volgen.
Gebruiksaanwijzing "1188"
3 5 k W
2 5 k W
l / h
2 0 0 0
3 0 0 0
m e t
d e
h a n d
Figuur 4 - Geïsoleerde kap
073304
1
073303
019096
1 - Eindstuk
2 - Bocht 90°
Figuur 5 - Elementen van de colli
concentrische buizen
2
1
5