NL
IT
9.1 GEBRUIKT WATER
VERWIJDEREN
(Afb. 15)
Aan het einde van de reinigingscyclus of als
de vuilwater tank (14) vol is, is het noodza-
kelijk de tank te legen. Volg de hier-onder
beschreven procedure op:
OPMERKING:
Houdt u voor het verwerken van vuilwater
aan de van kracht zijnde wetgeving van het
land van gebruik.
-
Positioneer de machine dicht bij een af-
voer.
-
Buis (12) uit de houder halen.
-
Verwijder de dop (56) van de slang (12)
en laat het water uit de tank weglopen.
OPMERKING:
Het is mogelijk om de hoeveelheid water dat
uit de slang loopt af te stellen. Druk hiervoor
het uiteinde van de slang (12) in.
-
Breng de dop (56) weer op de slang (12)
aan en plaats hem weer op zijn onder-
steuning.
10.1 ONDERHOUD EN
REINIGING
WAARSCHUWING:
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd met de machine uit en
tank leeg.
DAGELIJKS UIT TE
VOEREN HANDELINGEN
10.1.a - Schoonwater tank legen en
reinigen (Afb. 16)
WAARSCHUWING:
Aan het einde van de werkzaamheden is
het noodzakelijk de schoonwater tank (5)
te legen en te reinigen om afzettingen en/
of ophopingen te voorkomen.
Leeg de schoonwater tank op de hier-onder
beschreven wijze nadat u de vuilwater tank
geleegd heeft:
-
Plaats de machine bij een afvoer.
-
Maak de slang (15) door de vaststelling
van haken, sluit de kraan (53), verlagen
de afvoer op de grond in het afvoerka-
naal, open de klep (53) en laat volledig
het water weglopen.
-
Reinig de tank door de afvoerslang open
te laten en schoon water van bovenaf
aan de tank toe te voegen.
-
Aan het einde van de reiniging tillen de
buis (15), laat de klep (53) geopend, sluit
de slang aan de desbetreffende verbin-
dingen.
-
Om het water uit de tank (5) compleet
leeglopen, ontkoppel de slang (57) van
de snelkoppeling (58) draai de fitting naar
beneden en laat volledig het water weg-
lopen, of verwijder het filterdeksel (59).
10.1.b - Reiniging vuilwater tank (Afb.
17)
WAARSCHUWING:
Aan het einde van de reinigingswerk-
zaam-heden is het noodzakelijk de vuil-
water tank te reinigen om afzettingen en/
of ophopingen, bacteriegroei, nare geur-
en en schimmel te voorkomen.
NL - 10