NL
3.2 Elektronische circulatiepompen
•
Beschrijving
De elektronische circulatiepompen zijn zelfregelende
circulatiepompen ontworpen voor de omloop van
vloeistof in verwarmingsinstallaties met dubbele buis
waarvan de hydraulische karakteristieken wisselen.
De karakteristieken van de circulatiepomp worden
automatisch aangepast aan de behoeften van de
installatie en staan dan ook garant voor een goede
werking zonder geluidsproblemen (geïntegreerde
regeling van de differentiaaldruk). Tegelijkertijd wordt
het energieverbruik tot het minimum teruggebracht.
De elektronische circulatiepompen zijn speciaal
ontworpen voor installaties waarin de prestaties van de
circulatiepomp automatisch zonder omloopkleppen of
gelijksoortige extra voorzieningen aan de behoeften
worden aangepast.
•
Karakteristieke curven
Het werkelijke werkingspunt van de installatie moet in
het gearceerde deel van het werkingsbereik liggen.
•
Werking
De prestaties van de circulatiepomp worden zodanig
afgeregeld dat bij benadering een netcurve wordt
gevolgd die in de microprocessor van de circulatiepomp
is geprogrammeerd.
Voor de best mogelijke start na een stilstand start het
regelsysteem de circulatiepomp altijd op de hoogste
snelheid, waardoor het hoogst mogelijke startkoppel
wordt gegeven.
De circulatiepomp is tevens met een inrichting tegen
blokkering uitgerust, die gedurende 3 x 10 seconden
wordt ingeschakeld als de circulatiepomp blokkeert.
GB
3.2 Electronic circulating pumps
•
Description
Electronic circulating pumps are self-regulated and
designed for the circulation of liquid in two-pipe heating
installations with variations in hydraulic characteristics.
The characteristics of the circulating pump adapt
automatically to suit the needs of the installation, thus
guaranteeing smooth operation with no noise problem
(integrated differential pressure regulation). The energy
consumption is also minimized.
Electronic circulating pumps are specially designed for
installations in which the performances of the circulating
pump are adjusted automatically as a function of needs
without bypass valves and without a similar additional
device.
•
Characteristic curves
The real operating point of the installation must be
within the cross-hatched part of the operating range.
•
Operation
The performance of the circulating pump is controlled to
follow an approximate network curve programmed in the
circulating pump microprocessor.
The regulation system always starts the circulating
pump at the highest possible speed in order to give the
best possible startup after a stop, thus giving the highest
possible starting torque.
The circulating pump also has an anti-blocking device
that is active for 3 x 10 seconds if the circulating pump
is blocked.
16
16
NL
GB