Veiligheidshandschoenen gebruiken
Hoorbaar inklikken
Fabrieksinstelling van de DIL-schakelaars
2
Veiligheidsrichtlijnen
OPGELET:
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.
VOOR DE VEILIGHEID VAN PERSONEN IS HET BELANGRIJK
DEZE INSTRUCTIES STRIKT OP TE VOLGEN. DEZE
INSTRUCTIES MOETEN WORDEN BEWAARD.
2 .1
Doelmatig gebruik
De garagedeuraandrijving is uitsluitend voorzien voor
impulsbediening van door veren uitgebalanceerde sectionaal-
en kanteldeuren voor privaat en niet-industrieel gebruik.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant aangaande de
combinatie van deur en aandrijving. Eventueel gevaar in de
zin van DIN EN 13241-1 wordt door de constructie en
montage volgens onze aanwijzingen vermeden. Deuren die
zich in het openbaar bevinden en enkel over een
bescherminstallatie, bijvoorbeeld over een krachtbegrenzing,
beschikken, mogen alleen onder toezicht worden bediend.
De garagedeuraandrijving is voor de werking in droge ruimten
geconstrueerd.
2 .2
Ondoelmatig gebruik
Continu gebruik en toepassing op industrieel gebied zijn niet
toegelaten.
De aandrijving mag niet bij deuren zonder valbeveiliging
worden gebruikt.
2 .3
Kwalificatie van de monteur
Alleen met een correcte montage en onderhoud door een
competente / deskundige bediening of een competente /
deskundige persoon die met de handleidingen vertrouwd is,
kan een veilig en juist functioneren van een montage
gegarandeerd worden. Een deskundige volgens EN 12635 is
een persoon die een aangepaste opleiding heeft genoten en
beschikt over praktische kennis en ervaring om een
deurinstallatie correct en veilig te monteren, te controleren en
te onderhouden.
TR10D001 RE / 02.2018
2 .4
Veiligheidsrichtlijnen voor montage, onderhoud,
herstelling en demontage van de deurinstallatie
Compensatieveren staan onder hoge spanning
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 3.1
▶
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijke letsels bij onverwachte
deurbeweging
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 7
▶
De montage, het onderhoud, de herstelling en de demontage
van de deurinstallatie en de garagedeuraandrijving moeten
door een vakman worden uitgevoerd.
Neem bij storingen van de garagedeuraandrijving
▶
onmiddellijk contact op met een vakman voor de controle
of de herstelling.
2 .5
Veiligheidsrichtlijnen bij de montage
De deskundige dient erop te letten dat bij uitvoering van de
montagewerkzaamheden de geldende voorschriften inzake
veiligheid op het werk alsook de voorschriften voor bediening
van elektrische toestellen worden toegepast. Hierbij moeten
de nationale richtlijnen opgevolgd worden. Eventueel gevaar
in de zin van DIN EN 13241-1 wordt door de constructie en
montage volgens onze aanwijzingen vermeden.
Het plafond van de garage moet zo gemaakt zijn dat een
veilige bevestiging van de aandrijving gegarandeerd is. Bij een
te hoog of te licht plafond moet de aandrijving aan
bijkomende steunbalken worden bevestigd.
WAARSCHUWING
Ongeschikte bevestigingsmaterialen
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 3.5.2
▶
Levensgevaar door de handkabel
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 3.3
▶
Gevaar voor letsels door ongewilde deurbeweging
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 3.7
▶
VOORZICHTIG
Knelgevaar bij de montage van de geleidingsrail!
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 3.5
▶
2 .6
Veiligheidsrichtlijnen voor inbedrijfstelling en
bediening
Netspanning
Zie waarschuwingsrichtlijn hoofdstuk 4
▶
NEDERLANDS
GEVAAR
GEVAAR
41