3. Inbedrijfstelling
3.1 Voorwaarden voor het juist
functioneren van de CO
■ Zorg dat het apparaat niet bedekt
wordt, zodat de luchtkwaliteit gemeten
kan worden.
■ Zorg voor voldoende luchttoevoer.
Open hiervoor bijvoorbeeld een klap-
raam of aan wezige ventilatieroosters in
4. Bediening
4.1 Algemeen
Figuur 4.1 - Voorzijde CO
Sensor
2
Sensor
2
de ramen, kozijnen of schuifpui. Dit is
alleen nodig bij mechanische ventilatie,
niet bij ventilatie met warmteterug-
winning.
■ De ventilatiestand kan niet op elk
apparaat handmatig worden aange-
past. Dit is alleen mogelijk op een CO
Sensor die door de installateur
is ingesteld als regelaar.
Legenda
1. Bovenste led
2. Middelste led
3. Onderste led
4. Bedieningsknop
5. CO
-led
2
2
NL - 9