9.3 Montage van de slijpsteen (afb. 2+3)
Gebruik uitsluitend slijpstenen met dezelfde techni-
sche gegevens (zie 10. Technische gegevens).
• Verwijder de moer (11) met een vorksleutel, de bui-
tenste volgring (9) en de kartontransporthuls van
de slijpas (10). Houd daartoe de stergreep voor het
lederen slijpwiel (14) vast. Let op: Linkse schroef-
draad.
• De watertank (8) moet verwijderd zijn. (zie 9.4)
• Plaats de slijpsteen op de slijpas (10). De binnenste
onderlegring moet zich achter de slijpsteen bevin-
den.
• De slijpsteen (12) monteren zoals weergegeven in
afb. 2.
• Bevestig de slijpsteen met de volgring (9) en de
moer (11) met een vorksleutel. Houd daartoe de
stergreep van het lederen slijpwiel (14) tegen. Let
op: Linkse schroefdraad.
9.4 Montage van de werkstuksteun (1) (Afb. 4 + 5)
De werkstuksteun (1) kan zowel aan de bovenste op-
name voor de werkstuksteun (2), evenals aan de zij-
delingse opname voor de werkstuksteun (15) worden
bevestigd. Het hangt ervan af of u in de slijprichting of
tegen de slijprichting in wilt werken.
9.4.1 Montage bovenste opname
• Om de werkstuksteun (1) aan de bovenste opname
voor de werkstuksteun (2) te bevestigen, brengt u
eerst de beide losse stergreepschroeven (3) aan.
Draai deze met ca. 2-3 rotaties op de aanwezige
punten in de bovenste werkstuksteun (2) (boorgat
met schroefdraad).
• Vervolgens de werkstuksteun in de boorgaten van
de bovenste opname voor de werkstuksteun (2) in-
brengen.
• Bevestig deze met de beide stergreepschroeven
(3) in de gewenste hoogte.
9.4.2 Montage zijdelingse opname
• De beide stergreepschroeven (3) voor de zijdeling-
se opname voor de werkstuksteun (15) zijn voorge-
monteerd.
• Om hier de werkstuksteun (1) te monteren, steekt
u de werkstuksteun in de boorgaten van de zijde-
lingse opname voor de werkstuksteun (15).
• De werkstuksteun (1) is nu voor de eerste stap be-
vestigd.
9.5 Montage van het waterreservoir (afb. 6 + 7)
• Bevestig de watertank (8) in de onderste positie
aan de houders voor de watertank (16) (achter de
slijpsteen) op de machinebehuizing (5). (afb. 6)
• Vul pas dan tot aan de uitsparing bij met water. (afb.
7)
10. Bediening
LET OP!
Voor alle onderhouds-, ombouw- en montagewerk-
zaamheden moet de netstekker worden losgekop-
peld.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
10.1 Slijprichting (afb. 4 + 5)
Het hangt hoofdzakelijk af van uw vereisten of u in
de slijprichting of tegen de slijprichting in wilt werken.
Als u grote hoeveelheden staal snel wilt verwijde-
ren (bijv. voor zeer oud, roestig gereedschap) of als
u groot gereedschap zoals bijlen wilt slijpen, is het
raadzaam om tegen de slijprichting in wilt werken.
Als u nauwkeuriger wilt slijpen, raden wij aan om in
de slijprichting te werken. Dit geldt bijvoorbeeld voor
het slijpen van gereedschappen en messen.
Houd er rekening mee dat het slijpproces langzamer
gaat als u in de draairichting werkt. Controleer word
elk werkproces of het oppervlak van de slijpsteen ef-
fen is. Laat daartoe de werkstuksteun op de steen
zakken en draai deze handmatig 360 °. Indien nodig
oneffen materiaal met een steensnijder eraf draaien.
10.2 Waterreservoir (afb. 7)
• Vul het waterreservoir tot de uitsparing bij met wa-
ter. De slijpsteen zuigt zich vol met water. Indien
nodig met water bijvullen. Slijp niet zonder water.
Omdat de diameter van de slijpsteen afneemt als
het aantal slijpprocessen toeneemt, raakt de slijp-
steen (12) het water in de watertank (8) niet meer.
De slijpsteen kan geen water meer opnemen. De
watertank (8) moet eventueel in de bovenste hou-
der voor de watertank (16) worden geplaatst.
• Als het slijpproces is afgesloten, laat u het water-
reservoir zakken om te voorkomen dat de slijpsteen
zich voor langere tijd in het water bevindt.
• Leeg regelmatig het waterreservoir. Anders verza-
melen er zich staaldeeltjes en slijpstof in het reser-
voir, die zich verdichten.
• Expert-tip: Dergelijke verzamelingen kunnen wor-
den vermeden door een magneet in het water te
leggen.
10.3 Hoekmal (afb. 8)
Meet de hoek van het werkstuk door de snede met de
kerven te vergelijken. Vervolgens stelt u de bepaalde
hoek op het apparaat in door de hoogte van de werk-
stuksteun te wijzigen. Voer daartoe de volgende stap
uit:
• Klem eerst het gereedschap in het apparaat en
plaats het apparaat op de werkstuksteun
• Houd dan de hoekmeter in de gewenste hoek te-
gen de gereedschapspunt.
• Stel nu de hoogte van de werkstuksteun zo in, dat
het voorste uiteinde van de hoekmeter direct tegen
de slijpsteen aanligt. Let erop dat de hoekmeter al-
tijd is uitgelijnd met de gereedschapspunt.
• Aanwijzing: De op de hoekmeter aangegeven
waarde is slechts een richtwaarde. Natuurlijk kunt
u deze waarde overeenkomstig uw eisen wijzigen.
10.4 Slijp (afb. 9) met de voorziening voor beitels
Omdat de slijpsteen slechts langzaam draait, kan een
beweging in zijdelingse richting worden herkend. Dit
is normaal en dit heeft geen negatieve invloed op het
slijpresultaat.
NL | 51