SNELHEIDSCONTROLES
Politiecontroles kunnen op verschillende manieren uitgevoerd worden. Vaak gebruikte methodes zijn radar flitspalen, laser guns,
mobiele radarcontroles en trajectcontroles.
6.1 HOE WERKT EEN RADAR ?
De methode om de snelheid van een voertuig te bepalen is vrij eenvoudig. Het maakt gebruik van een bundel microgolfenergie die
gericht wordt op een naderend voertuig. een gedeelte van de straal wordt weerkaatst door het doelwit en wordt ontvangen door
de radar die het signaal oorspronkelijk uitgezonden heeft.
De frequentie van het weerkaatste signaal varieert in functie van de snelheid van het doelwit. Dit fenomeen is gekend als het
Doppler effect. Het radartoestel bepaalt de snelheid van het voertuig d.m.v. het verschil in frequentie tussen het weerkaatst signaal
en het oorspronkelijk signaal. Om de Radar Detector te activeren, gelieve hoofdstuk 4.2.9 'SN 0' te raadplegen.
Om de Radar Detector uit te schakelen, drukt u de rode knop kort in (niet langer dan 2 sec.!). Als u deze knop te lang ingedrukt
houdt, zal het toestel omschakelen naar 'illumination' modus en zal de Radar Detector NIET uitgeschakeld zijn.
6.2 RADARFREQUENTIES
De DRIVE CONTROL kan 5 radarbanden detecteren met 14 verschillende frequenties, inclusief een Instant ON radar en POP radar.
X band: 9.41 Ghz, 9.9 Ghz, 10.5 Ghz, 10.525 Ghz, 10.6 Ghz
Ku band: 13.450 Ghz
K band: 24.1 Ghz, 24.125 Ghz, 24.15 Ghz
24.125 Ghz, 24.15 Ghz
Ka narrow-band: 34.0 Ghz, 34.3 Ghz, 34.36 Ghz
Ka wide-band: 34.7 Ghz , 35.5 Ghz
POP detectie
6.3 LASER DETECTIE
Laserdetectie is een ander signaal dat gedetecteerd kan worden. Laser Speed Guns gebruiken de impulsen van infrarood laser licht
om de snelheid door de tijd van de reactie van het signaal op te meten.
6.4 LASERVELD
Het effectieve werkingsveld van een laser gun is minder dan 1 km. De operator van een laser gun richt altijd op de nummerplaat.
U heeft er dus alle voordeel bij uw laserdetector zo laag mogelijk in uw wagen aan te brengen. De DRIVE CONTROL kan zowel langs
voor als langs achter een laser detecteren. Als de Laser Detector geactiveerd wordt door weerkaatste signalen van de laserstraal
gericht naar het voertuig voor u, hebt u nog steeds voldoende tijd om te reageren op de snelheidscontrole. Als de Laser Detector
geactiveerd wordt door een laserstraal gericht op uw voertuig, dan werd uw snelheid al gemeten tijdens het laseralarm.
6.5 ANDERE SNELHEIDSCONTROLES
Er zijn een aantal andere snelheidscontroles die niet door een Laser of Radar Detector opgespoord kunnen worden. Hieronder
vinden we digitale video-opnamen, inductielussen en optische snelheidscontroles terug. Deze controles moeten door een GPS
gedetecteerd worden.
-NL-27-