7. Gebruik van de partypan
Met deze partypan kunt u levensmiddelen grillen, stomen, warmhouden en rooste-
ren.
Plaats de partypan op een vaststaande tafel die voldoende groot is.
Smeer de grill-/warmhoudpan in met spijsolie.
Het insmeren van de grill-/warmhoudpan komt te vervallen, wanneer hij alleen
wordt gebruikt voor het warmhouden van gerechtenof wanneer de gerechten al
gemarineerd zijn.
Steek de netstekker in het geaarde stopcontact.
Stel de traploze thermostaatregelaar in op de door u gewenste temperatuur-
stand tussen WARM en HI.
− Kies een lage temperatuur, bijv. voor de warmhoudfunctie.
− Kies een hoge temperatuur, bijv. voor de grillfunctie.
De partypan warmt automatisch op tot de vooraf ingestelde stand is bereikt en
schakelt dan weer uit.
Tijdens het opwarmproces brandt het werkingscontrolelampje. Is de ingestel-
de temperatuur bereikt, dooft het werkingscontrolelampje. Zodra de temperatuur
van het apparaat onder de vooraf ingestelde temperatuur daalt, schakelt de ther-
mostaat opnieuw het opwarmproces in en gaat het werkingscontrolelampje weer
branden. Dat staat garant voor een constante temperatuur.
LET OP!
Gevoelige oppervlakken van de grill-/warmhoudpan.
Geen scherpe voorwerpen gebruiken, om krassen te ver-
mijden. Voor het verwijderen van gerechten houten resp.
hittebestendig kunststof bestek gebruiken.
OPMERKING
Wilt u dat er jus of vet ontstaat tijdens de bereiding, gebruik dan de
grill-/warmhoudpan met afvoerplug.
Voor een vetarme bereiding verwijdert u de afvoerplug. Jus en vet lek-
ken in de opvangschaal en kunnen later worden verwijderd.
Let erop dat de opvangschaal na elk gebruik wordt geleegd en gereinigd om
overlopen te voorkomen. Bij de bereiding van zeer vette gerechten (bijv. drum-
sticks) moet u ook tussendoor legen.
7.1. Kookzones
De grill-/warmhoudpan heeft verschillende kookzones:
•
geribbelde kookzone: grillen, roosteren
•
gladde kookzone: braden, stomen, warmhouden
66 van 100