–
De kabel hierbij niet knikken of beknellen.
VOORZICHTIG
Bij het omleggen van de duwboom voor transport- en opslagdoeleinden kan de
boom ongewild omslaan bij het losdraaien van de vleugelmoeren en het
losspringen van de kunststof adapters uit de uitsparing aan de behuizing.
Bovendien kunnen er tussen onderstuk van de duwboom, bovenstuk en
behuizing plaatsen ontstaan waar u zich kunt kneuzen. Er bestaat
verwondingsgevaar!
BELANGRIJK Let erop, dat de kabel bij het uit elkaar- en dichtklappen van de
stuurbomen niet ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt kan worden! De
kabel altijd aan van de buitenkant van de boomverbinding leiden. Een
beschadigde kabel kan tot een technisch defect van de machine leiden.
Transport en beveiliging van het apparaat (Afbeelding N )
–
Als het apparaat gedragen moet worden, het niet vastpakken aan de uitwerpklep!
Pak het voor en achter vast aan de draaggreep (zie afbeelding N ).
Houd bij het optillen of dragen rekening met het gewicht van de machine (zie
Technische gegevens). Het optillen van zware gewichten kan problemen met de
gezondheid veroorzaken.
Wij raden aan om het apparaat altijd met minstens twee personen op te tillen of te
dragen.
–
Het apparaat op alle 4 wielen staand transporteren, om beschadigingen van de
machine en verwondingen van personen te vermijden.
–
Het transportmiddel parkeren op vlakke ondergrond, opdat het apparaat niet kan
wegrollen voordat het wordt vastgezet.
–
De grasvangzak uithangen en tijdens het transport apart vastmaken.
–
Het apparaat met toegelaten borgmiddelen (bijv. sjorriemen met spanelement)
veilig bevestigen op of in het voertuig. Sjorriemen zijn banden van synthetische
vezels. Elke sjorriem is gekenmerkt met een etiket. Het etiket geeft belangrijke
informatie over het gebruik. De aanwijzingen op dit etiket moeten bij gebruik van
de sjorriem in acht worden genomen.
–
Bij ladingen die kunnen rollen wordt aanbevolen om ze direct vast te sjorren met
vier spanriemen. Beveilig het apparaat aan de wielen zo, dat het zich tijdens de rit
niet beweegt.
OPGELET
De riemen niet te strak aantrekken. Als het apparaat te strak wordt vastgezet, dan
kunnen beschadigingen het gevolg zijn.
Onderhoud van de messenbalk
Een scherp mes garandeert optimaal snijresultaat. Controleer elke keer voordat u gaat
maaien de toestand en de goede bevestiging van het mes. De bevestigingsschroef van
het mes moet altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid. Als
de messchroef te los of te vast wordt aangedraaid, dan kunnen meskoppeling en
mesbalk beschadigd worden of loskomen, hetgeen zware verwondingen kan
veroorzaken. Een versleten of beschadigd mes moet absoluut worden vervangen
Bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk (Afbeelding Q )
WAARSCHUWING
Het bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk steeds door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren, omdat na reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden aan isolatiedelen (bijv. messenschroef)
overeenkomstig de bestaande norm DIN EN 60335 een controle van de
isolatiebeveiliging dient te worden uitgevoerd.
Een ondeskundig geslepen en niet uitgebalanceerd mes kan sterke vibraties
veroorzaken en de gazonmaaier beschadigen.
De snijranden van de mesbalk mogen slechts zolang worden bijgeslepen totdat de
desbetreffende waarde (zie afbeelding Q ) of de markering (1) op de mesbalk (ring)
bereikt is. Opgelet! Slijphoek van 30° in acht nemen.
Uw vakbedrijf kan deze waarde (slijtagelimiet) voor u controleren!
WAARSCHUWING
Een mes waarbij de slijtagegrens (markering) werd overschreden kan breken en
weggeslingerd worden, hetgeen zware verwondingen kan veroorzaken.
Vervangen van de messenbalk
WAARSCHUWING
Het vervangen van de mesbalk moet door een geautoriseerde vakwerkplaats
worden uitgevoerd, aangezien na reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan
isolatiedelen (bijv. messchroef) conform de bestaande norm DIN EN 60335 een
controle van de isolatieveiligheid moet worden uitgevoerd.
Bovendien kan door een verkeerd gemonteerde meskoppeling de mesbalk
loskomen, hetgeen zware verwondingen tot gevolg kan hebben.
–
Bij de vervanging alleen originele mesbalken gebruiken. Niet gelijkwaardige
onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw veiligheid in gevaar brengen.
–
Snijgereedschappen ter vervanging moeten permanent met de naam en/of het
logo van de firma of leverancier en met het deel-nr. zijn gekenmerkt.
Onderhoud van de wielen (Afbeelding S )
Eenmaal per jaar of om de 15-20 bedrijfsuren de lagers van de wielen invetten.
–
Wielkappen eraf nehmen S .
–
Met een steeksleutel de zeskantmoer losdraaien, schijf en wielen eraf trekken.
–
Nadat de lagers met een wentellagervet „KAJO-langetermijnvet LZR 2" werden
ingevet, de wielen erop schuiven, schijf erop zetten, met de zeskantmoer
bevestigen en weer zo ver vastdraaien, dat de wielen nog licht maar zonder
speling gedraaid kunnen worden. Wielkap weer erin zetten.
17 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN
DAARVAN
Storingen
Mogelijke oorzaken
Geen netspanning.
Motor loopt na 5
seconden na
inschakelen van het
Aansluitkabel
apparaat niet aan
beschadigd.
Snijhoogte te laag
ingesteld (te hoog gras
belemmert de aanloop
van de motor).
Te veel grasafval in de
behuizing.
Sterke trillingen
(vibratie)
Messenbalk bot.
Snit onzuiver, gazon
wordt geel
Maaihoogte te gering.
Maaien met te hoge
snelheid.
Maaibanen niet
voldoende overlapt.
Gazon is warboel.
Niet op turbosignaal
Uitworp verstopt
gelet J + K .
Maaihoogte te gering
terwijl het gras te lang is.
Maaien met te hoge
snelheid.
Gras is vocht.
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door
elektrotechnisch vakpersoneel. A.u.b. nooit zelf repareren!
Neem in geval van hier niet nader beschreven storingen en defecten contact op met de
dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats. Dit geldt vooral voor apparaten met
elektromotor, aangezien bij de reparatie van deze apparaten altijd een controle van de
isolatiebescherming moet worden uitgevoerd.
Uw geautoriseerde vakwerkplaats is u ook graag van dienst, wanneer u de hier
beschreven onderhoudswerkzaamheden liever niet zelf uitvoert.
9
Oplossing
Netstekker aansluiten C2 .
Zekering controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Grotere snijhoogte instellen
I .
Machine bij het starten
kantelen.
Snijruimte ontdoen van gras,
spleet tussen ventilator en
behuizing schoon houden
(eerst netstekker uittrekken!).
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten bijslijpen
en uitbalanceren Q .
Grotere maaihoogte instellen
I .
Maaisnelheid aanpassen.
Bij hoog gras moeten de
maaibanen eventueel verder
overlappen.
Door een verticuteermachine
te gebruiken kan de kwaliteit
van het gazon merkbaar
beter worden.
Leegmaken van de
opvangzak L .
Grotere Maaihoogte instellen
I .
Maainsnelheid aanpassen.
Gazon laten drogen.