6 - ONGEMAKKEN EN MOGELIJKE OPLOSINGEN
SLECHTE WERKING
• De airconditioner doet het niet.
• De airconditioner doet het alleen
gedurende korte tijd.
• De airconditioner doet het maar koelt
het vertrek niet.
• Tijdens het verplaatsen van de
airconditioner komt er water uit.
•
De klimaatregelaar gaat uit. Noch de be-
dieningsorganen van de afstandsbedie-
ning noch die van het bedieningspaneel
reageren en op het bedieningspaneel
verschijnt het knipperende alarmsignaal
"E1"
•
De klimaatregelaar gaat uit. Noch de be-
dieningsorganen van de afstandsbedie-
ning noch die van het bedieningspaneel
reageren en op het bedieningspaneel
verschijnt het knipperende alarmsignaal
"E2".
•
De klimaatregelaar gaat uit. Noch de be-
dieningsorganen van de afstandsbedie-
ning noch die van het bedieningspaneel
reageren en op het bedieningspaneel
verschijnt het knipperende alarmsignaal
"E4".
•
De klimaatregelaar gaat uit. Noch de be-
dieningsorganen van de afstandsbedie-
ning noch die van het bedieningspaneel
reageren en op het bedieningspaneel
verschijnt het knipperende alarmsignaal
"P1".
•
In de modaliteit koeling, nacht of auto-
matisch kan de minimumsnelheid niet
geselecteerd worden.
Probeer niet het apparaat zelf te repareren.
Als de storing niet is opgelost, neem dan contact op met de plaatselijke verkoper of het dichtst bijgelegen
service center. Verstrek gedetailleerde informatie over de storing en het model van het apparaat.
OORZAAK
• Er is geen stroom.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
• De timer is ingeschakeld.
• De ingestelde temperatuur is te dichtbij
de omgevingstemperatuur.
• De aanzuiging van de buitenlucht
wordt belemmerd.
• Er staat een raam open.
• In de kamer is een andere warmtebron
in werking (een brander, een lamp e.d.)
of er zijn veel mensen.
• De ingestelde temperatuur is te hoog.
• De capaciteit van de airconditioner is
niet geschikt met het oog op de omstan-
dighe- den of de grootte van het vertrek.
• De airconditioner is schuin gehouden
of op zijn kant gelegd.
•
Oermatige opeenhoping van water bin-
nenin de klimaatregelaar
•
De omgevingstemperatuur is te laag
WAT TE DOEN?
• Wacht even.
• Doe de stekker in het stopcontact.
• Schakel de timer uit.
• Verlaag de ingestelde temperatuur.
• Verwijder de obstakels.
• Neem contact op met de Servicedienst.
• Doe het raam dicht.
• Schakel de warmtebron uit.
• Verlaag de ingestelde temperatuur.
• Voordat u de airconditioner gaat ver-
plaatsen moet u het water dat erin zit
eruit laten lopen door de dop eraf te
draaien (afb. 2 referentie 4).
• Haal de stekker uit het stopcontact
•
Bel het Assistentiecentrum
• Haal de stekker uit het stopcontact
•
Bel het Assistentiecentrum
• Haal de stekker uit het stopcontact
•
Bel het Assistentiecentrum
• Haal de stekker uit het stopcontact
•
Voer het aanwezige water af door de
dop weg te nemen (afb. 2 referentie 4).
Indien dit alarm te vaak optreedt, dient
men het Assistentiecentrum te bellen.
•
Het gedrag van de klimaatregelaar is
normaal.
DOLCECLIMA COMPACT
NL - 29