3.Installatie
Buitenluchtdoorvoer monteren
Buitenlucht kan op twee manieren naar het
toestel worden geleid: via een doorvoer in
de gevel of via een doorvoer in het dak. Volg
naar keuze de instructies onder A of B.
A. geveldoorvoer
1. Maak een opening in de gevel.
2. Bevestig de geveldoorvoerkoker in de
opening.
3. Dicht de kieren tussen de koker en de
randen van de opening.
4. Bevestig het gevelrooster op de koker.
B. dakdoorvoer
1. Maak een opening in het dak.
2. Maak een waterdichte kering rond de
opening.
3. Bevestig de dakkap in de opening.
4. Dicht de kieren tussen de dakkap en de
randen van de opening.
Aanzuig verplaatsen (optie)
De aanzuigopening voor buitenlucht zit
standaard aan de zijkant van het toestel. De
opening kan worden verplaatst naar de
bovenkant van het toestel. Het aansluiten
van kanalen kan dan eenvoudiger zijn,
bijvoorbeeld als u gebruik maakt van een
dakdoorvoer.
1. Verwijder de blindplaat aan de bovenkant
van het toestel.
2. Bevestig de meegeleverde rechthoekige
flens op de plaats van de blindplaat.
3. Bevestig de blindplaat in de opening aan
de zijkant van het toestel.
Toestel ophangen
LET OP:
– Bewaar tenminste 600 mm afstand tussen
de CV-aansluitingen en een wand of ander
obstakel, zoals een kolom. Eventuele repa-
raties aan de warmtewisselaar zijn dan een-
voudiger uit te voeren.
1. Maak een ophangconstructie met draad-
stangen, flamco-rails en de meegeleverde
ophangrails.
2. Verwijder de drie borgbeugels van de
zijkanten van het toestel.
3. Haak het toestel in de ophangrails.
4. Verplaats het toestel in de ophanging tot
het waterpas en op de juiste plaats hangt.
5. Bevestig de drie borgbeugels. Het toestel
is nu geborgd in de ophanging.
6. Sluit de ophangrail op tussen twee
moeren. De ophanging is nu geborgd.
WAARSCHUWING:
• Verzeker u ervan dat het toestel degelijk is
bevestigd.
Kanalen aansluiten
LET OP:
– Vermijd abrupte overgangen in het kanalen-
stelsel. Ze verminderen de prestaties van de
KLVV-cassetteluchtverwarmer.
– Gebruik geïsoleerde kanalen. Condensvor-
ming op de kanalen wordt zo voorkomen.
Het toestel kan op twee manieren met de
buitenluchtdoorvoer worden verbonden:
met ronde kanalen of met een rechthoekig
kanaal.
1. Bevestig de meegeleverde rechthoekige
flens op de opening aan de zijkant van het
toestel. U kunt deze instructie negeren als u
eerder de aanzuigopening hebt verplaatst
naar de bovenkant van het toestel.
2. Volg verder naar keuze de instructies
onder A of B.
A. twee ronde kanalen (Ø 200 mm)
1. Bevestig het plenum op de rechthoekige
flens op het toestel.
2. Sluit van beide kanalen een uiteinde aan
op de flenzen van het plenum.
3. Sluit de andere uiteinden van de kanalen
aan op de flenzen van de geveldoorvoer-
koker.
B. een rechthoekig kanaal
1. Sluit een uiteinde van het kanaal aan op de
rechthoekige flens op het toestel.
2. Sluit het andere uiteinde van het kanaal
aan op de flens van de geveldoorvoer-
koker.
NL
6