Oplossen van problemen met de automatische setup
Voor de automatische setup
Foutmelding
Connect MIC!
Unplug HP!
Tijdens de automatische setup
Druk op l / h om gedetailleerde informatie over individuele fouten te laten zien. Selecteer "RETRY" om de
automatische setup opnieuw te proberen.
Foutmelding
E-1:NO FRONT SP
E-2:NO SURR.SP
E-3:NO PRES. SP
E-4:SBR->SBL
E-5:NOISY
E-6:CHECK SURR.
E-7:NO MIC
E-8:NO SIGNAL
E-9:USER CANCEL
E-10:OTHER ERROR
Oorzaak
De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Oorzaak
Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
Er wordt geen surroundkanaal signaal
gedetecteerd.
Er wordt geen aanwezigheidskanaal signaal
gedetecteerd.
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Teveel geluiden op de achtergrond.
Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten,
maar geen L/R surround-luidsprekers.
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de automatische setup.
De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen
detecteren.
De automatische setup is geannuleerd door iets
dat de gebruiker gedaan heeft.
Er is een interne fout opgetreden.
Oplossing
• Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
• Maak de hoofdtelefoon los.
Oplossing
• Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKER A of
B.
• Controleer de aansluitingen van de L/R voor-
luidsprekers.
• Controleer de aansluitingen van de surround-
luidspreker.
• Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
• Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
• Probeer de automatische setup wanneer het zo stil
mogelijk is.
• Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-
conditioners (enz.) uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatie-microfoon.
• Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u een of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
• Sluit de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aan op
de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
• Controleer de instelling van de microfoon.
• Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
• Voer de automatische setup opnieuw uit.
• Voer de automatische setup opnieuw uit.
AUTO SETUP
29