> Vóór het starten
∫ 3. DTS
DTS Auto Surround
Wanneer u DTS-signalen invoert die uitgebreide
kanaalinformatie bevatten, wordt de optimum-luistermodus
automatisch geselecteerd afhankelijk van de uitgebreide
informatie die bevat wordt in het invoersignaal en de
luidsprekerconfiguratie van dit toestel wanneer u afspeelt in
rechtstreekse decodering-luistermodus.
"On (Standaardwaarde)": Als deze functie gebruikt wordt
"Off": Geluid wordt afgespeeld m.b.v. dezelfde hoeveelheid
kanalen in het invoersignaal volgens de luidsprekerconfiguratie
van dit toestel.
∫ 4. LFE Level
Stelt het niveau van het laagfrequentie-effect (LFE) in voor de serie Dolby Digital, de serie
DTS, Meerkanaals PCM, en DSD-signalen.
LFE Level
Selecteer het niveau van het laagfrequentie-effect (LFE) van
ieder type signaal tussen "0dB (Standaardwaarde)" en "-¶dB".
Als het geluid van het laagfrequentie-effect te sterk is, selecteer
dan "-20dB" of "-¶dB".
∫ 5. Volume
Mute Level
Stel het volume lager in via het luistervolume wanneer dempen
aan is. Selecteer een waarde uit "-¶dB (Standaardwaarde)", "-
40dB" en "-20dB".
Maximum Volume
Stel de maximale waarde in om een te hoog volume te
voorkomen. Selecteer "Off (standaardwaarde)" of een waarde
tussen "50" en "99".
Power On Volume
Stel het volumeniveau in dat wordt gebruikt bij het inschakelen
van de receiver. Selecteer "Last (standaardwaarde)"
(volumeniveau voordat de stand-by-modus binnengegaan
wordt), "Min", "1" tot "99" en "Max".
0 U kunt geen hogere waarde instellen dan die van "Maximum
Volume".
60
> Namen van de onderdelen
> Installeren
> Begininstelling
Headphone Level
Regel het uitgangsniveau van de koptelefoon. Selecteer een
waarde tussen "-12 dB" en "+12 dB". (Standaardwaarde is
"0dB")
4. Source
∫ 1. IntelliVolume
Pas het volumeniveauverschil aan tussen de apparaten die op de unit zijn aangesloten.
Selecteer de ingangsselector om te configureren.
IntelliVolume
Selecteer een waarde tussen "-12 dB" en "+12 dB". Stel een
negatieve (j) waarde in als het volume van het doelapparaat
groter is dan de andere en een positieve (i) waarde als die
kleiner is. Start het afspelen van het verbonden apparaat om de
audio te controleren. (Standaardwaarde is "0dB")
∫ 2. Name Edit
Stel een eenvoudige naam in op elke ingang. De ingestelde naam zal worden getoond op
het display van de hoofdunit. Selecteer de ingangsselector om te configureren.
Name Edit
1. Selecteer een teken of symbool met de cursorknoppen en
druk op ENTER.
Herhaal het om 10 of minder tekens in te voeren.
"A/a": Wisselt tussen hoofdletters en kleine letters. (Door op
de afstandsbediening op MODE te drukken, wordt ook tussen
hoofdletters en kleine letters geschakeld.)
"" "": Verplaatst de cursorknop naar de pijlrichting.
"
" ": Voert een spatie in.
0 Door op de afstandsbediening op CLEAR te drukken,
zullen alle ingevoerde karakters verwijderd worden.
2. Selecteer na het invoeren "OK" met de cursorknoppen en
druk op ENTER.
De ingevoerde naam zal worden opgeslagen.
0 Om een voorkeuze radiozender te benoemen, drukt u op de afstandsbediening op
TUNER, selecteert u AM/FM en selecteert u het voorkeuzenummer.
> Afspelen
Geavanceerde Setup
| Extra informatie | Overige
": Verwijdert een teken aan de linkerkant van de cursor.