DE ROBOT SCHOONMAKEN
1-Breng de robot in een veilige toe-
stand tot stilstand (zie "De robot in
een veilige toestand stoppen").
Belangrijk
Indien het antidiefstalalarm is inge-
schakeld, schakel het eerst uit voorale-
er
de
robot
op
"Programmering").
2-Maak alle oppervlakken aan de bui-
tenkant van de robot met een met
lauw water en neutrale zeep door-
drenkte spons schoon en spoel ze
goed af.
3-Gebruik geen oplosmiddelen of benzine
om de gelakte oppervlakken en de kun-
ststof onderdelen niet te beschadigen.
4-Was de binnenste gedeelten van de
robot niet en gebruik geen waterstra-
len onder hoge druk om de elektri-
sche en elektronische onderdelen
niet te beschadigen.
Voorzichtig - Waarschuwing
Dompel de robot om de elektrische en
elektronische onderdelen niet onher-
stelbaar te beschadigen niet geheel of
gedeeltelijk in water onder omdat de
robot niet waterdicht is.
laadknop (A)
te
tillen
(zie
- 49 -
5-Controleer de onderkant van de ro-
bot (maaimesgedeelte en wielen) en
verwijder de aanslag en/of de re-
stanten die de goede werking van de
robot kunnen belemmeren.
6-Om de aanslag en/of andere restan-
ten van het mes te verwijderen moet
u een geschikte borstel gebruiken.
Voorzichtig - Waarschuwing
Gebruik beschermende handschoenen
om het gevaar dat u zich in uw handen
snijdt te vermijden.
7-Maak de laadknoppen van de accu's
(A), de contactplaatjes (B) schoon en
verwijder eventuele roestvlekken of
residuen te wijten aan elektrische
contacten met behulp van een droge
doek of, indien nodig, met fijn schuur-
papier.
8-Maak de binnenkant van de accula-
der vrij van opgehoopte grasresten.
contactplaten
(B)
NL
IDM - 41501703100.tif
Gebruiksaanwijzingen