helling.
BELANGRIJK: Wanneer men het zitje installeert met de rijrichting mee,
gebruik dan de intrekbare stijging NIET in de toestand gedraaid naar
voren. Een positie die te veel naar voren buigt kan gevaarlijk zijn voor
het kind bij een ongeval.
-Plaats het zitje voor kinderen op de gepaste zetel van het voertuig met
de rijrichting mee.
-Controleer of de hoofdsteun van de zetel van het voertuig de correcte
plaatsing van het zitje niet belemmert en verwijder deze indien
noodzakelijk (Fig.31).
-Zorg ervoor dat de zetel van het voertuig vast zit in de achterste positie
en dat zijn rugleuning geblokkeerd is in de meest verticale positie.
-Zorg ervoor dat de stijging geregeld is zoals op Fig 27.
Indien uw auto deel uitmaakt van de compatibiliteitslijst en voorzien is
van Isofix-ankerpunten, draai dan het Isofix-systeem intrekbaar
geplaatst in het achterste deel onder de basis van het zitje (Fig.28). Zorg
ervoor dat de indicatoren aan de zijkanten van de Isofix-armpjes rood
zijn wat erop wijst dat ze klaar zijn om vastgehaakt te worden.
-Voer tegelijkertijd beide Isofix-connectoren van het zitje in de gidsen
van dezelfde (Fig.29). Doe beide connectoren klikken in hun Isofix-
ankerpunten (Fig.30).
Belangrijk: verifieer of de ankerpunten van beide connectoren correct
zijn vastgemaakt. Men moet duidelijk twee afzonderlijke "klikken" horen
en de veiligheidsindicatoren aan beide zijkanten van de Isofix-armpjes
moeten beide groen zijn. Dit bevestigt dat de twee connectoren correct
werden vastgemaakt.
-Activeer de hoekhendel en doe de zetel volledig achterover leunen om
comfortabeler te werk te kunnen gaan (Fig.32)
-Trek aan de veiligheidsgordel van het voertuig en voer het in tussen de
rugleuning en de basis van het zitje.
87