NL
4.7.1 De rijsnelheid aanpassen
Traag
Figuur 6
Snelheidsregelaar
4.7.2 Gelimiteerde rijsnelheid
Voor uw veiligheid zal de rijsnelheid van de rolstoel automatisch verlaagd worden wanneer
bepaalde verstellingen in lichaamspositie werden gemaakt. De snelheid wordt dan
gelimiteerd tot de laagste rijfunctie, of er treedt zelfs een volledige vergrendeling op.
3
Figuur 7
Rij- en snelheidsbeperkingen treden op wanneer:
de lift werd ingesteld op een hogere positie. Enkel rijfunctie 1 is beschikbaar.
de ruginclinatie een bepaalde hoek overschrijdt (zie figuur 7):
1. Alle functies op uw rolstoel zijn beschikbaar.
2. Enkel rijfunctie 1 is beschikbaar.
3. Rijden is niet meer mogelijk. Verhoog de rugsteun totdat de vergrendeling
wordt opgeheven.
Om de gebruiker te informeren dat er een rijvergrendeling opgetreden is, zal de LED van
het rijwiel op de actuator statusindicator langzaam pinken, samen met de LED van de
verstelling die de vergrendeling veroorzaakt.
Bijv. Figuur 8: De LED van de rugsteun en het rijwiel pinken op de indicator. Dit betekent
dat de ruginclinatie te groot is, waardoor een rijvergrendeling optreedt.
Om de rij-/snelheidsbeperking op te heffen, laat u de lift zakken tot de standaard (laagste)
positie, en brengt u uw zit en rugsteun terug tot rechtop zittende positie.
Snel
Binnen iedere van de drie rijfuncties kan de snelheid nog
aangepast worden met de snelheidsregelaar, dit in 10 discrete
stappen tussen traagste (links) en snelste (rechts) snelheid. Deze
draaiknop
geheugensteuntje werd er een snelheidssymbool aangebracht
boven de snelheidsregelaar, om de trage en snelle posities aan
te duiden.
1
2
Inclinatie van de rug
bevindt
zich
rond
Figuur 8
12
Besturingsfuncties
de
AAN/UIT-knop.
Rijvergrendeling indicator
LiNX 200
2019-01
Als