LET OP!
De motor kan niet in beweging worden gezet met de handgreep (28) terwijl de motorklep (7) is geopend. Een
veiligheidssysteem voorkomt dan dat er kan worden gestart.
OPMERKING
Als de motor werkt, draait de hoofdborstel, maar de zijborstel staat stil als deze omhoog is gebracht.
7.
Laat de hendel voor de luchttoevoer (starter) (A, Afb. 3) ongeveer vijf seconden nadat de motor is gestart los; open daarbij niet
de motorklep (7), maar steek uw hand in de ruimte (29).
8.
Schakel het rempedaal (26) (optioneel) uit.
9.
Zet de zijborstel (10) omlaag, haal de bevestiging (2) los en zet de knop (12) omlaag (zonder te draaien).
OPMERKING
De zijborstel (10) kan ook wanneer hij in werking is omhoog en omlaag worden gebracht.
10.
Trek voorzichtig aan de snelheidshendel (4) tot de machine zich in beweging zet. De bewegingssnelheid is proportioneel met
de druk die op de snelheidshendel (4) wordt uitgeoefend.
De machine stoppen
1.
Wanneer u de machine wilt stoppen, laat u de snelheidshendel (4) helemaal los.
2.
U kunt de zijborstel (10) stoppen door de knop (12) omhoog te zetten (zonder te draaien) en daarna de bevestiging (2) vast te
koppelen.
3.
U kunt de hoofdborstel (11) en de aanzuigventilator (64) stoppen door de contactsleutel (71) in '0' te zetten.
4.
Sluit tenslotte het brandstofkraantje (48) in de ruimte (29).
MACHINE IN BEDRIJF
1.
Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de
vloer achterblijven.
2.
Voor een goed veegresultaat moet het stoffi lter altijd zo schoon mogelijk zijn. Als u het fi lter tijdens de werkzaamheden wilt
reinigen, schakelt u de fi lterschudder in. Ga daarbij als volgt te werk:
•
Trek de handgreep (20) naar buiten tot hij niet verder gaat en laat los. De interne contraveer raakt het frame van het
stoffi lter, waardoor het schudt. Herhaal de bovenstaande handeling enkele malen.
OPMERKING
Herhaal het schudden van het fi lter ongeveer elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden. Pas het interval aan op basis
van de hoeveelheid stof in het te reinigen gebied.
OPMERKING
Als het stoffi lter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen.
WAARSCHUWING!
Gebruik de machine niet op een natte ondergrond om schade aan het stoffi lter te voorkomen.
3.
Als de werkzaamheden zijn voltooid en de afvalcontainer (17) vol is, moet deze worden geleegd.
WAARSCHUWING!
De benzinemotor heeft een alarmsysteem dat schade aan de motor zelf voorkomt als er niet genoeg olie in het
carter zit. Voordat het oliepeil in het carter onder het veilige niveau komt, stopt het alarmsysteem automatisch
de motor.
GEBRUIKSAANWIJZING
SW 700S P
146 0676 000(5)2007-06 A
NEDERLANDS
11