Eventueel stopcontactaansluiting weer in de behuizing van
het stopcontact (i) plaatsen.
Stopcontactbehuizing (i) op de stopcontacthouder (g) schroe-
ven met 3 plaatschroeven (j). (Door het kiezen van de beves-
tigingsgaten op de stopcontacthouder en het draaien van de
rubber afdichting zijn meerdere posities mogelijk.)
Kabel losjes door de snoerontlasting (k) leggen en met
2 plaatschroeven vastschroeven. De kabel kan afhankelijk van
de inbouwsituatie naar believen door een van de drie uitspa-
ringen in de stopcontacthouder naar buiten worden geleid.
g
PT 4 x 10
Afbeelding 30
Het veiligheidsstopcontact met de 4 schroeven, moeren en
schijven op de (kunststof) disselafdekking van de caravan
bevestigen.
M4 x 16
(4 x)
Onderlegplaatje
4,3 (4 x)
Afbeelding 31
Er mag niet in het chassis worden geboord.
Een andere mogelijkheid is om het veiligheidsstopcontact met
de twee schroefdraadklemmen te bevestigen.
Afbeelding 32
Beide aderen voor de besturing aanleggen (evt. inkorten) en
volgens aansluitschema in klemstrip (D) aansluiten.
Controleer nogmaals of alle kabels correct aangesloten zijn,
m.b.v. de meegeleverde klemmen bevestigd zijn en nergens
langs kunnen schuren.
62
i
B 3,9 x 33
(3 x)
h
Moer M4 (4 x)
Functiecontrole
Controleer of de accu voor de werking van de Mover® XT / XT2
volledig is opgeladen.
De caravan buiten op een vrij en vlak terrein plaatsen en de
handrem aantrekken. De aandrijfrollen mogen niet aan de
wielen aanliggen en de hoekaansluitingen moeten opgetrok-
ken zijn.
De accuklemmen op de accu aansluiten. Controleer of alle
kabels goed zijn bevestigd en niet heet zijn en er geen aanwij-
zing is voor kortsluiting etc.
De 13-polige stekker in het veiligheidsstopcontact steken.
De schuifschakelaar van de afstandsbediening op stand
„Aan"
schuiven. Hierdoor wordt de afstandsbediening inge-
schakeld, groene LED 4 knippert, tot de besturing bedrijfsklaar
j
is. Wanneer de LED 4 niet gaat branden, polariteit en toestand
van de batterijen in de afstandsbediening controleren.
Controleer of de beide aandrijfmotoren stilstaan. Bij ingescha-
kelde afstandsbediening de „schuifregelaar (C)" activeren,
beide aandrijfmotoren moeten draaien.
k
De aandrijfrollen met de afstandsbediening tegen de banden
zwenken.
Zorg ervoor dat zich geen obstakels rond de caravan bevinden
en maak de handrem los. Nu volgens de gebruiksaanwijzing
alle functies meerdere malen controleren.
De handrem van de caravan aantrekken. De aandrijfrollen
wegzwenken en de schuifschakelaar van de afstandsbedie-
ning op stand „Uit" schuiven om de afstandsbediening
en de Mover® XT / XT2 uit te schakelen. De afstand tussen
aandrijfrollen en banden nogmaals controleren. Indien nodig
bijstellen.
De afstand tussen weggezwenkte aandrijfrollen en ban-
den bedraagt 20 mm.
Waarschuwing
De met het toestel meegeleverde gele sticker met de waar-
schuwingsaanwijzingen moet door de inbouwfirma of de
eigenaar van het voertuig op een voor iedere gebruiker goed
zichtbare plaats in het voertuig worden aangebracht (bijv. op
de kledingkastdeur)! Als stickers ontbreken, kunnen deze bij
Truma worden aangevraagd.