Installatiemogelijkheden
e beat-teller is speciaal voor montage in een 19"-
ack ontworpen. Hij kan indien nodig ook vrij opge-
eld worden. Voor inbouw in het 19"-rack is een
oogte van 1 HE vereist (1 hoogte-eenheid = 44 mm).
Aansluiting van het toestel
e in- en uitgangen mogen enkel aangesloten resp.
eranderd worden, wanneer de muziekinstallatie en
e beat-teller uitgeschakeld zijn.
elkens een doorvoeruitgang (OUT) ligt parallel met al-
ingangen (INPUT resp. IN). Via deze ingangen kan
e beat-teller zonder bijkomende adapters in de sig-
aalwegen ingebracht worden. Zo worden de ingangs-
gnalen telkens naar het volgende toestel gestuurd.
.1 Signaalbronnen met lijnuitgang
r kunnen maximaal vier toestellen met een lijnuit-
ang (bv. cassettedeck, CD-speler, mengpaneel,
c.) aangesloten worden. Hiervoor dienen de
NPUT-jacks 1 tot 4 (12, 14, 16, 18). Plaats de over-
enkomstige
keuzeschakelaars
15 +19) en de beide keuzeschakelaars LINE/-20 dB
13 +17) in de LINE-stand.
Voor toestellen met een zeer hoog uitgangsni-
eau (bv. mengpanelen) dient u de jacks INPUT 1
16) of INPUT 3 (12) te gebruiken. Het niveau aan
eze ingangen kunnen met 20 dB gedempt worden,
anneer bij de meting de LED PULSE (3) permanent
plicht. Plaats de overeenkomstige keuzeschakelaar
NE/-20 dB (13 +17) daarvoor in de -20 dB-stand.
.2 Draaitafel met magnetisch element
r kunnen maximaal twee draaitafels met magnetisch
ement aangesloten worden. Daarvoor dienen de
gangsjacks INPUT 2 (18) en INPUT 4 (14). Plaats
e overeenkomstige keuzeschakelaars PHONO/
NE (15 +19) in de PHONO-stand.
.3 Hoofdtelefoonsignaal
et signaal voor een hoofdtelefoon (bv. van het voor-
luisteringskanaal van een mengpaneel of van elke
Conexiones
as conexiones deben efectuarse o modificarse
empres que la cadena Hifi y el BEAT-400 están
esconectados.
ada una salida (OUT) está en paralelo con una de
das las entradas (INPUT/IN) que permiten insertar
contador de ritmo sin otro adaptador, en las vías
e señal. Las señales de entrada pueden estar diri-
das hacia el siguiente aparato.
.1 Fuentes a salida line
s posible conectar hasta 4 aparatos a salida Line
por ejemplo, lector CD, mesa de mezclas, ...) utili-
ando las tomas INPUT 1–4 (12, 14, 16, 18). Poner
s potenciómetros PHONO/LINE (15 +19) corres-
ondientes y los conmutadores LINE/-20 dB (13 +
7) en la posición LINE.
Para los aparatos de salida de nivel muy elevado
p. ej. mesa de mezclas), utilizar las tomas INPUT 1
16) o INPUT 3 (12). Puede, en efecto, disminuir el
vel a estas entradas de 20 dB cuando, después del
escuento, el diodo PULSE (3) brilla constantemen-
. Poner el selector LINE/-20 dB (13 +17) corres-
ondiente en la posición -20 dB.
.2 Giradiscos de sistema magnético
s posible conectar dos giradiscos al sistema mag-
ética máx. Para hacerlo, utilizar las tomas de en-
ada INPUT 2 (18) y INPUT 4 (14). Poner los con-
utadores PHONO/LINE (15 +19) correspondientes
n la posición PHONO.
.3 Señal casco
uede conectar la señal para un casco (por ejemplo
ara una pre-escucha a partir de una mesa de mez-
as o de otra toma de cascos) a una de las tomas
HONES (1 + 20). Cuando las tres tomas están co-
ectadas en paralelo, no importa el lugar donde la
eñal está entrada o donde el casco está conectado.
or contra, no es posible de efectuar una pre-escu-
ha de las señales de entrada de las tomas
NPUT 1–4 (12, 14, 16, 18) sobre las tomas
HONES (1 + 20).
andere hoofdtelefoonjack) kan op één van de PHO-
NES-jacks (1 + 20) aangesloten worden. Omdat de
drie jacks parallelgeschakeld zijn, is het om het even,
waar het signaal ingevoerd wordt en waar eventueel
de hoofdtelefoon ingeplugd wordt. Via de PHONES-
jacks (1 + 20) kunnen de ingangssignalen van de
INPUT-jacks 1 tot 4 (12, 14, 16, 18) echter niet
beluisterd worden.
5.4 Voedingsspanning
Nadat alle toestellen zijn aangesloten, dient op de
jack AC IN 15 V~ (11), de meegeleverde stekkertrans-
formator aangesloten te worden. Verbind de stekker-
transformator met het elektriciteitsnet (230 V~/50 Hz).
6
Meten van het aantal beats
1) Schakel met behulp van de POWER-schakelaar
(10) de beat-teller in. Op beide displays (4) ver-
schijnt de melding zoals in figuur 3 getoond wordt.
Hiermee wordt de beginstand van het toestel
weergegeven.
PHONO/LINE
2) Selecteer met behulp van de keuzeschakelaar
INPUT SELECT (2) de ingang met het te meten
muzieksignaal.
3) De meting van discomuziek kan automatisch ge-
beuren. Bij muziek zonder ritmische signaalpie-
ken (bv. klassieke of rustige muziek) dient de me-
ting manueel uitgevoerd te worden.
6.1 Automatische meting
1) Speel uit het te meten muziekstuk een fragment,
waarin regelmatige beats gehoord kunnen wor-
den. De LED PULSE (3) beweegt mee op het
ritme van de muziek.
Licht de LED ondanks duidelijk pulserende
muziek permanent op, dan is het ingangssignaal
te sterk. Aan de ingangen INPUT 1 (16) en INPUT
3 (12) kan het ingangssignaal met behulp van de
schakelaar LINE/-20 dB (13 resp. 17) gedempt
worden. Plaats de schakelaar in de stand -20 dB.
Bij de meting van een hoofdtelefoonsignaal moet
5.4 Alimentación
Una vez que todos los aparatos están conectados a
la toma AC IN 15 V~ (11), conectar el transformador
sector entragado al sector 230 V~/50 Hz.
6
Descuento del ritmo
1) Conectar el contador de ritmo con el interruptor
POWER (10). En los dos visores (4) aparece la
indicación presentada en el esquema 3, indican-
do así el estado de base.
2) Seleccionar con el conmutador INPUT SELECT
(2) la entrada donde se encuentra la señal de mú-
sica de descuentar.
3) Para música disco, el descuento de efectúa auto-
máticamente. Para la música clásica, debe efec-
tuarse manualmente.
6.1 Medida automática
1) Dentro la pieza a estudiar, seleccionar una parte
donde el ritmo es regular, el diodo PULSE (3) se
enciende en función del ritmo de la música.
Si por contra, el diodo se enciende de manera
ininterrumpida debido a una música rimada, la
señal de entrada es muy importante. Puede dis-
minuirse a las entrada INPUT 1 (16) y INPUT 3
(12) con el selector LINE/-20 dB (13/17). Ponerlo
en la posición -20 dB. Si quiere medirse la señal
de un casco, debe disminuirse el volumen del
casco.
2) Para una música más lenta (inferior a 90 beats
por minuto), poner el conmutador TEMPO (5) en
la posición SLOW; sino, dejarlo en la posición
NORMAL.
3) Para acelerar la medida, puede hundir brevemen-
te la tecla NEW START (8) justo antes de una
impulsión. Si la tecla no está hundida o si está en
un lugar inadecuado, el descuento es más largo.
4) El contador de ritmo evalua las crestas de seña-
les que aparacen 4 veces consecutivamente con
la misma abertura. En función de los puntos en el
visor, se visualiza el descuento:
het volume van de hoofdtelefoon verminderd wor-
den.
2) Plaats bij trage muziek (minder dan 90 beats per
minuut) de schakelaar TEMPO (5) in de SLOW-
stand. In alle andere gevallen dient de NORMAL-
stand geselecteerd te zijn.
3) Om de meting te versnellen, kunt u de toets NEW
START (8) kort voor een impuls van een beat
aantoetsen. Wordt de toets niet of op het ver-
keerde moment aangetoetst, dan duurt de meting
langer.
4) De beat-teller beoordeelt signaalpieken die vier-
maal na elkaar met ongeveer eenzelfde interval
herhaald worden. Aan de hand van de punten op
het display kan het meetproces gevolgd worden.
Linker punt licht op (figuur 5)
eerste signaalpiek werd gevonden.
Middelste punt licht op (figuur 6)
tweede signaalpiek werd gevonden.
Rechter punt licht op (figuur 7)
derde signaalpiek werd gevonden.
Alle punten lichten op (figuur 8)
vierde signaalpiek werd gevonden, en het re-
sultaat wordt weergegeven resp. geactuali-
seerd. De waarde ligt tussen 60 en 230 bpm
(beats per minuut).
5) Wanneer de meting te lang duurt of bij een foutief
resp. twijfelachtig resultaat dient u:
a stap 3 te herhalen, of
b een ander fragment uit het muziekstuk te kie-
zen, of
c de meting manueel uit te voeren.
6) Om de weergave van het laatste resultaat te wis-
sen, drukt u op de toets RESET (9). Op het dis-
play verschijnt de melding zoals in figuur 3 ge-
toond wordt. De beat-teller bevindt zich nu in de
beginstand.
Punto izquierda encendido (esquema 5):
primera cresta encontrada
Punto mediano encendido (esquema 6):
segunda cresta encontrada
Punto derecho encendido (esquema 7):
tercera cresta encontrada
Todos los puntos se encienden (esquema 8):
cuarta cresta encontrada. El resultado se visu-
aliza y es actualizado, entre 60 y 230 bpm
(beats por minuto).
5) Si la medida es más larga o si no se obtiene un
resultado o no resultado satisfaciente:
a repetir la etapa 3
b seleccionar otra partida del título
c repetir la medida manual
6) Si la visualización del último resultado debe bo-
rrarse, hundir la tecla RESET (9), la visualización
se presenta como en el esquema 3, el BEAT-400
vuelve al estado de base.
6.2 Medida manual
1) Poner el selector MODE (6) en posición MANUAL,
el selector TEMPO (5) está sin funcionar.
2) Hundir la tecla MANUAL PULSE (7) a cada beat,
4 son necesarios; la visualización es idéntica a
aquel de la medida automática (esquemas 5–8).
3) Si la presión es irregular después del cuarto beat,
hundir la tecla NEW START (8), reempezar la
operación.
4) Si después de la medida manual, la zona de
medida es sobrepasada (> 255 bpm), el visor es
tal y como presenta el esquema 4.
NL
B
E