Draaien in richting (+): Veegwals gaat
omlaag.
Helling veegwals
Om het vuil bij het schoonvegen naar de
kant te vegen is de veegwals naar links of
rechts zwenkbaar.
Dit is ook bij het sneeuwruimen met de aan-
bouwset sneeuwruimschild van voordeel.
Zwenkbeugel naar voren kiepen tot pal
vrij is.
Naar links of rechts zwenken, naarge-
lang naar welke zijde het vuil geveegd
moet worden.
Zwenkbeugel terugkiepen en inklikken.
Rijaandrijving
Parkeerrem losmaken.
Aan koppelingshendel voor rijaandrij-
ving trekken.
Aanwijzing: De rijsnelheid ist vast en
kan niet gevarieerd worden.
Koppelingshendel voor rijaandrijving
loslaten. Apparaat blijft staan.
Veegwalsaandrijving
Aan hendel voor veegwalsaandrijving
trekken, veegwals draait.
Hendel voor veegwalsaandrijving losla-
ten. Veegwals blijft staan.
Apparaat uitschakelen
Koppelingshendel voor veegwalsaan-
drijving en rijaandrijving loslaten.
Gashendel op stand „OFF".
Brandstoftoevoer sluiten.
Draaiknop dwars met de slang van de
brandstofkraan stellen.
Parkeerrem bedienen.
Transport
Gevaar
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Motor uitzetten.
Brandstoftank leegmaken.
Apparaat met spankabels of koorden
vastzetten.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Instructie: Geen Bowdenkabels of kabel-
lopen knikken.
Opslag
Gevaar
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Apparaat op een beschutte en droge
plaats neerzetten.
Parkeerrem bedienen.
Stillegging
Instructies in de gebruiksaanwijzing van
de motorfabrikant in acht nemen!
Als de veegmachine voor langere tijd niet
gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-
ten:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Motor uitzetten.
Motor laten afkoelen.
Brandstoftank en carburator leegma-
ken.
Motorolie verversen.
Veegwals opheffen. Daarvoor hoogte-
verstelling helemaal naar boven (rich-
ting –) draaien.
Apparaat reinigen.
Apparaat op een beschutte en droge
plaats neerzetten.
Parkeerrem bedienen.
Instructie: Beschrijving zie hoofdstuk Re-
paraties en onderhoud.
Onderhoud
Voorzichtig
Voor reparatie-, onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden de motor uitzetten en de
bougiestekker uittrekken.
Algemene aanwijzingen
Let erop, dat in deze gebruiksaanwijzing
alleen de voor de veegmachine beno-
digde behandeling van de motor ver-
klaard wordt.
Alle andere informaties over de motor
treft u aan in de bijgevoegde gebruiks-
aanwijzing van de motorenfabrikant!
Reparaties mogen uitsluitend door
–
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
–
paratuur dient volgens VDE 0701 op
veiligheid te worden gecontroleerd.
Reiniging
Voorzichtig
Het schoonmaken van het apparaat mag
niet met een waterslang of hogedrukstraal
gebeuren (gevaar van kortsluiting of ande-
re schades).
Apparaat reinigen
Apparaat met een vochtige, in een mild
zeepsopje gedrenkte doek reinigen.
Instructie: Geen agressieve reinigings-
middelen gebruiken.
Onderhoudsintervallen
Onderhoud door de klant
Instructie: Bij een nieuwe motor is na de
eerste 5 bedrijfsuren een olievervanging
vereist.
Om aanspraken op garantie te houden,
moeten tijdens de garantietijd alle service-
en onderhoudswerken door de geautori-
4
-
NL
seerde KÄRCHER-klantendienst uitge-
voerd worden.
Instructie: Alle service- en onderhouds-
werken bij onderhoud door de klant, dienen
door een gekwalificeerde vakman uitge-
voerd te worden. Indien nodig kan altijd een
Kärcher-specialist geraadpleegd worden.
Instructie: Beschrijving zie hoofdstuk On-
derhoudswerkzaamheden.
Onderhoud dagelijks:
Motoroliepeil controleren.
Luchtfilter controleren.
Luchtdruk banden controleren.
Veegwals op slijtage en ingedraaide
banden controleren.
Instelling van de hoogte van de veeg-
wals controleren.
Bowdenkabels en bewegende delen op
flexibiliteit controleren
Onderhoud alle 3 maanden of 25 be-
drijfsuren:
Luchtfilter reinigen.
Instructie: Bij frequent gebruik in stoffi-
ge omgeving vaker onderhoud uitvoe-
ren.
Onderhoud alle 6 maanden of 50 be-
drijfsuren:
Motorolie vervangen.
Bougie controleren.
Onderhoud alle 2 maanden of 250 be-
drijfsuren:
Luchtfilter vervangen.
Bougie vervangen.
Onderhoud door de klantenservice
Onderhoud na de eerste maand of na 5 be-
drijfsuren:
Eerste inspectie uitvoeren.
Om aanspraken op garantie te houden,
moeten tijdens de garantietijd alle service-
en onderhoudswerken door de geautori-
seerde KÄRCHER-klantendienst uitge-
voerd worden.
Onderhoudswerkzaamheden
Voorbereiding:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Parkeerrem bedienen.
Algemene veiligheidsinstructies
Gevaar
Verwondingsgevaar!
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden naloop
nodig na het uitzetten. In deze tijd absoluut
uit de buurt blijven van het aandrijfbereik.
Voor alle onderhouds- en reparatie-
–
werkzaamheden apparaat voldoende
laten afkoelen.
Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor
–
en uitlaat niet aanraken.
Instructie: Het apparaat mag alleen met
een leeggemaakte brandstoftank naar ach-
teren gekipt worden.
Bandenluchtdruk controleren
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Luchtdrukapparaat aansluiten op het
bandventiel.
33