Elektrische Aansluitingen - Ferroli ATLAS D ECO 34 CONDENS K 130 UNIT Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

3.5 Elektrische aansluitingen

Aansluiting op het elektriciteitsnet
B
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen bereikt wanneer het
correct geaard is, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen. Laat door
een vakman controleren of de aarding efficiënt en afdoende is. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor eventuele schade die ontstaat doordat de installatie niet
geaard is. Laat bovendien controleren of de elektrische installatie geschikt is
voor het maximumvermogen dat door het apparaat wordt opgenomen (dit staat
vermeld op de typeplaat van de verwarmingsketel).
De verwarmingsketel is voorbedraad en voorzien van een kabel van het type "Y" zonder stekker,
voor aansluiting op het elektriciteitsnet. De aansluitingen op het net moeten worden gerealiseerd
met een vaste aansluiting, door middel van een tweepolige schakelaar met een opening tussen de
contacten van minstens 3 mm; er moeten zekeringen van max. 3A tussen verwarmingsketel en lijn
worden geplaatst. Het is belangrijk dat de polariteiten (LIJN: bruine draad / NEUTRAAL: blauwe
draad / AARDE: geel-groene draad) in acht worden genomen bij het aansluiten van de elektricitei-
tsleiding. Zorg er bij het installeren of vervangen van de voedingskabel voor dat de aardgeleider 2
cm langer is dan de andere.
B
De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker worden vervan-
gen. Als de kabel beschadigd is, moet het apparaat worden uitgeschakeld en
dient u zich voor vervanging van de kabel uitsluitend tot gekwalificeerde vak-
mensen te wenden. Als de elektrische voedingskabel vervangen wordt, mag ui-
tsluitend een kabel "HAR H05 VV-F 3x0,75 mm2 worden gebruikt met een
buitendiameter van maximaal 8 mm.
Omgevingsthermostaat (optie)
B
LET OP: DE OMGEVINGSTHERMOSTAAT MOET SCHONE CONTACTEN
HEBBEN. DOOR 230 V. AAN TE SLUITEN OP DE KLEMMEN VAN DE OM-
GEVINGSTHERMOSTAAT WORDT DE ELEKTRONISCHE KAART ONHER-
STELBAAR BESCHADIGD.
Bij het aansluiten van timerafstandsbedieningen of timers, mag de voeding
voor deze voorzieningen niet van hun schakelcontacten worden genomen. De
voeding ervan moet rechtstreeks door het net of door batterijen worden gele-
verd, afhankelijk van het type voorziening.
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Draai de twee schroeven "A" op het paneel los en verwijder het deurtje
fig. 25 - Toegang tot het elektrische klemmenbord
3.6 Aansluiting op het rookkanaal
Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding tussen de ketel en het roo-
kafvoerkanaal moet vervaardigd zijn van voor dit doel geschikt materiaal, dat wil zeggen
bestendig tegen de temperatuur en tegen corrosie. Geadviseerd wordt de afdichting van
de verbindingspunten goed te onderhouden.
3.7 Afsluiting van condensafvoer
De condensafvoer van het apparaat moet aangesloten worden op een geschikt afvoernet. Houd reke-
ning met de specifieke plaatselijke en landelijke voorschriften inzake afvloeien van condenswater in het
afvalwaternet. Het verdient aanbeveling om bij gebruik van ketels die niet uitsluitend werken op olie met
een laag zwavelgehalte (gehalte S<50 ppm) te voorzien in een systeem voor condensneutralisatie.
Sluit de condensafvoerleiding op de achterkant van de verwarmingsketel (detail A - fig. 26) aan op het
condensneutralisatiesysteem en op het afvalwaternet. De condensafvoerleidingen moeten zuurbesten-
dig zijn en minstens 3° naar de afvoer hellen, zonder vernauwingen of verstoppingen.
B
BELANGRIJK. Alvorens het apparaat in werking te stellen de sifon met water
vullen.
LET OP: het apparaat mag nooit in werking worden gesteld met lege sifon!
Controleer regelmatig of er water in de sifon staat.
fig. 26 - Condensafvoer
60
NL
ATLAS D34 CONDENS K130 UNIT
A
A
A
cod. 3541Q641 - Rev. 00 - 09/2019
4. SERVICE EN ONDERHOUD
Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen en inbedrijfstelling
betreffen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Gekwalificeerd en hiervoor opgeleid
Personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op grond van de gelden-
de voorschriften), zoals het personeel van de plaatselijke Technische Klantenservice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, ve-
roorzaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige
personen.
4.1 Instellingen
TEST modus inschakelen
Druk gelijktijdig op de toetsen verwarming (details 3 en 4 - fig. 1) gedurende 5 seconden
om de TEST modus in te schakelen. De verwarmingsketel wordt onafhankelijk van het
verzoek van de installatie of om sanitair water ingeschakeld.
Op het display, gaan de symbolen verwarming (detail 24 - fig. 1) en sanitair water (detail
12 - fig. 1) knipperen.
fig. 27 - Functie TEST
Herhaal de procedure om de TEST-modus te deactiveren.
De TEST-modus wordt in ieder geval automatisch na 15 minuten uitgeschakeld.
Afstellen brander
De brander wordt in de fabriek afgesteld zoals vermeld in tabella 2. De brander kan op
een ander vermogen ingesteld worden door in te grijpen op de pompdruk, de sproeier
en door afstelling van de kop en de luchttoevoer, zoals in de volgende paragrafen be-
schreven is. Het gewijzigde vermogen dient echter binnen het nominale bedrijfsveld van
de ketel te liggen. Controleer na de afstelling, met een toestel voor verbrandingsanalyse,
of het gehalte aan CO
% in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
2
Tabel debiet oliesproeiers
In tabella 2 staat het oliedebiet vermeld (in kg/h) bij variaties van pomp- en sproeierdruk.
NB - Onderstaande waarden dienen uitsluitend als leidraad, want er moet rekening wor-
den gehouden met het feit dat het debiet van de sproeiers ± 5% kan variëren. Bovendien
neemt bij branders met voorverwarmer het brandstofdebiet af met ongeveer 10%.
Tabella. 2
Pompdruk (bar)
SPROEIER
8
9
G.P.H.
1,32
1,40
0.40
15,66
16,60
1,57
1,65
0.50
18,62
19,57
1,93
2,01
0.60
22,89
23,83
2,12
2,25
0.65
25,14
26,68
2,50
2,65
0.75
29,65
31,43
2,92
3,10
0.85
34,63
36,76
3,30
3,50
1.00
39,13
41,51
4,12
4,40
1.25
48,86
52,18
4,95
5,30
1.50
58,70
62,85
5,69
6,18
1.75
67,48
73,29
Debiet bij uitgang van de sproeier in kg/h
eco
bar
10
11
12
13
1,47
1,54
1,61
1,68
17,43
18,26
19,09
19,92
1,73
1,81
1,89
1,97
20,51
21,50
22,42
23,36
2,23
2,32
2,42
2,52
26,44
27,51
28,70
29,88
2,40
2,63
2,74
2,80
28,46
31,19
32,49
33,21
2,80
2,95
3,07
3,20
33,21
34,99
36,41
37,95
3,27
3,45
3,60
3,75
38,78
40,92
42,69
44,47
3,67
3,85
4,02
4,20
43,52
45,66
47,67
48,72
4,61
4,82
5,03
5,25
54,67
57,16
59,65
62,26
5,55
5,80
6,05
6,30
65,82
68,78
71,75
74,72
6,46
6,75
7,06
7,38
76,61
80,05
83,73
87,53
14
1,75
20,75
2,05
24,31
2,64
31,31
2,91
34,51
3,33
39,49
3,90
46,25
4,38
51,95
5,46
64,75
6,55
77,68
7,96
91,20

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières