nl
TIPS BIJ HET MAAIEN
Houd een gelijkmatige maaihoogte aan tot 3
- 6 cm, maai niet meer af dan de helft van de
grashoogte.
Stem de maaitijden hierop af.
Als het motortoerental in dichtbegroeid gras
merkbaar daalt, vergroot dan de maaihoogte
en maai vaker.
ADVICE
Om de functionaliteit van de Robolinho
volop te benutten, raden we aan om de
maairobot te laten maaien op koele mo-
menten overdag en 's nachts.
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Vooraf aan alle werkzaamheden
voor onderhoud en verzorging altijd
de maairobot uitzetten via de [ON/
OFF-knop].
Transformator van het basisstation
losmaken van het stroomnet.
Draag altijd werkhandschoenen bij
onderhoud en verzorging aan werk-
tuigen die kunnen draaien en/of sni-
jden!
MAAIHOOGTE INSTELLEN
Deksel openen
Op positie (2-6) drukken.
Maaihoogte instellen (10)
1
De hendel omhoog halen en een kwartslag
rechtsom draaien in de richting [Slotsymbool
geopend].
De maaihoogte-instelling is nu ontgren-
deld.
2
De hendel omhoog trekken.
De maaihoogte wordt nu hoger.
3
De hendel omlaag drukken.
De maaihoogte wordt nu lager.
4
De hendel vervolgens een kwartslag linksom
draaien in de richting [Slotsymbool gesloten]
en vastklikken.
De maaihoogte-instelling is nu vergren-
deld.
5
De hendel omlaag klappen en het deksel
(2-6) sluiten.
52
ADVICE
De maaihoogte is instelbaar binnen een
bereik van 3 - 6 cm grashoogte. Binnen
dit bereik zijn er vijf instellingen mogelijk
die onderling 6 mm verschillen.
ACCU
De ingebouwde accu is bij aflevering gedeel-
telijk opgeladen. Bij normaal gebruik zal de
accu van de Robolinho regelmatig worden
opgeladen.
Bij een acculading van 0 % rijdt de Robolinho
zelfstandig naar het basisstation om de accu
op te laden.
De accu raakt niet beschadigd als het la-
den wordt onderbroken.
Het basisstation is uitgerust met con-
trole-elektronica. Deze beëindigt het opladen
bij het bereiken van een oplaadstatus van
100 %.
De laadconditie van de accu wordt getoond
op het display.
Controleren of het laadcontact (10-1) van het
basisstation goed contact maakt met de con-
tactvlakken (10-2) op de Robolinho.
Het temperatuurbereik tijdens laadbedrijf
moet tussen 0 en 40 °C liggen.
Bij een temperatuur hoger dan 45 °C blok-
keert de ingebouwde beveiliging het opladen
van de accu. Op deze wijze wordt een accus-
toring voorkomen.
Als de bedrijfsduur van de geheel opgeladen
accu duidelijk korter is geworden, wissel deze
dan om bij een dealer, technicus of service-
partner van AL-KO.
Als de accu door veroudering of een te
lange opslagduur ontladen raakt tot beneden
de door de fabrikant vastgelegde drempel-
waarde, kan hij niet meer worden opgeladen.
Laat de accu en de controle-elektronica con-
troleren door uw AL-KO dealer, technicus of
servicepartner.
De laadconditie van de accu wordt getoond
op het display. Accustatus na ca. 3 maanden
controleren. Daartoe de Robolinho inschake-
len en de accustatus aflezen. Eventueel in
het basisstation parkeren om op te laden.
In geval van lekkage van elektroliet moet wor-
den gespoeld met water / neutraliserend. Bij
aanraking met de ogen, zodat een arts moet
worden geraadpleegd.
Tips bij het maaien
Robolinho
1000/100
®