USB 7127-7128
Professional Power Amplifiers
1. HOOFDSCHAKELAAR
Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets voor het in- of uitschakelen van het apparaat.
Controleer vóór de inschakeling van de versterker alle aansluitingen en stel de bediening van het geluids-
volume in op minimum. Een kortstondige demping is bij het in- of uitschakelen van de versterker normaal.
(Waarschuwing: Schakel de versterker altijd als laatste van alle apparaten uit en anders om – schakel de
versterker altijd als eerste van alle apparaten in en pas dan de overige aangesloten onderdelen van de
opstelling.)
2. LED VOOR DE SPANNINGCONTROLE
Deze controlelampjes lichten op bij ingeschakelde spanning.
3. LED VOOR CLIPPEN VAN GELUID
Deze controlelampjes lichten op, wanneer een willekeurig deel van het versterkervermogen 3 dB van het
clippen (het afkappen) bereikt. Het nu en dan knipperen van deze controlelampjes is acceptabel, maar als
deze meer dan onderbroken oplichten, dan is het nodig het uitgangsniveau van het geluid van het aange-
sloten apparaat te verminderen zodanig dat geen geluidvervorming ontstaat.
4. LED VOOR HET SIGNAAL
Deze controlelampjes lichten op als aanwijzing van de aanwezigheid van een ingangssignaal groter dan
100 mV, in het betreffende kanaal van de versterker.
5. LED VOOR BEVEILIGING
Deze controlelampjes lichten op, indien een onderbreking van de uitgangsverbinding van de versterker
aanwezig is, of indien de impedantie te laag is of interne storingen veroorzaakt worden. Als een willekeu-
rige van deze controlelampjes aan is, schakel de versterker dan uit en controleer de juistheid van de uit-
gangsaansluiting. Herstel dit zo nodig en schakel de versterker weer in.
6. BEDIENINGEN VAN HET NIVEAU
Deze controlelampjes bewaken het niveau van het signaal dat ieder kanaal ingaat. Het verlagen van de
momentele spanning van de versterker is in dB aangegeven. Indien de begrenzende controlelampjes con-
tinue aan zijn (wat een te sterk ingangssignaal betekent), draai met deze bedieningen tegen de richting
van de wijzers van de klok in.
7. CONTROLELAMPJES VOOR DE MODUS VAN AANSLUITING
Deze controlelampjes zijn aan, indien de modus "BRIDGED" is geselecteerd.
8. LED VOOR MODUS "PARALLEL"
Deze controlelampjes zijn aan, indien de modus "PARALLEL" is geselecteerd.
© US Blaster Europe BV