4. Veiligheidsvoorschriften
Deze aanwijzingen dienen om beheer-
ders en gebruikers van het instrument
in staat te stellen om tijdig op eventuele
gebruiksgevaren in te spelen en indien
mogelijk te vermijden.
De beheerder moet er op toezien, dat
alle gebruikers deze aanwijzingen
begrijpen en opvolgen.
Gebruiksdoel
Toegestaan Gebruik
Het product is bedoeld voor de
volgende toepassingen:
•
Detecteren en lokaliseren van
ondergrondse leidingen (kabels,
buizen, pijpen, en daarmee
verbonden apparatuur).
Onjuist Gebruik
•
Gebruik van het instrument zonder
de noodzakelijke instructie;
•
Toepassing buiten de gebruiks-
grenzen;
•
Het onklaar maken van veiligheids-
voorzieningen;
•
Het verwijderen van aanwijzings- en
waarschuwingsstickers;
•
Openen van het instrument met
gereedschap (schroevendraaier,
enz.), tenzij dit nadrukkelijk is
toegestaan voor bepaalde functies;
•
Modificatie of aanpassing van het
instrument;
•
Gebruik na ontvreemding;
•
Gebruik van accessoires van
andere fabrikanten zonder de
Digimouse-1.0.0nl
nadrukkelijke toestemming vooraf
van Leica Geosystems;
•
Onvoldoende veiligheidsmaatre-
gelen op de werklocatie (b.v. bij
toepassing op wegen, etc.)
WAARSCHUWING:
Bij ondeskundig gebruik bestaat
gevaar voor letsel, het niet func-
tioneren of het ontstaan van
materiële schade. Het is de taak
van de beheerder om de
gebruiker te informeren over
gevaren en hoe deze te
vermijden. Het instrument mag
pas in gebruik worden genomen,
nadat de gebruiker de betref-
fende instructies heeft
ontvangen.
Beperkingen in het Gebruik
Milieu:
Geschikt voor gebruik in atmosferen
bestemd voor permanente menselijke
bewoning; Niet geschikt voor gebruik in
een agressieve of explosieve omge-
ving.
GEVAAR:
Alvorens te gaan werken in een
gevaarlijke explosieve omge-
ving, of vlak bij elektrische instal-
laties of dergelijke situaties,
moet de beheerder de plaatse-
lijke veiligheidsautoriteiten en
experts raadplegen.
83
Veiligheidsvoorschriften