Software-instellingen
BIOS
Het 'Basic Input/Output System' van uw computer (BIOS) initialiseert de aanwezige hardware bij het
(opnieuw) opstarten van uw computer. Meestal zoekt het BIOS tijdens het opstarten naar interne
stations die op de IDE-kabels zijn aangesloten. Maar bij sommige computers kan deze BIOS-
zoekfunctie naar interne stations worden uitgeschakeld.
Controleer dus altijd of uw BIOS alle nieuw aangesloten interne stations kan detecteren (bijv. het
nieuwe CD-ReWriter of DVD+RW station), want anders zal Windows dit station waarschijnlijk niet
correct kunnen gebruiken.
Voor het controleren en/of het wijzigen van uw BIOS-instellingen moet u tijdens het opstarten van uw
computer goed de teksten lezen die op het beeldscherm worden weergegeven. U moet de toets
indrukken die op het scherm wordt genoemd (meestal functietoets F2, of de 'Delete'-toets, de 'Esc'-
toets, o.i.d.) om het instellingenmenu van uw BIOS te openen. Ga vervolgens naar de instellingen voor
het detecteren van stations en zet deze allemaal op "AUTO DETECT" zodat het BIOS van uw
computer altijd automatisch de nieuw aangesloten stations zal herkennen.
Wat zijn 'DMA' en 'PIO'
Vroeger maakten cd-rom stations gebruik van de 'Programmable Input Output'-methode (PIO) in
plaats van Direct Memory Access (DMA) voor het versturen van gegevens. PIO kreeg eerst de
voorkeur omdat de benodigde voorzieningen eenvoudig in de hardware te realiseren waren en ook
voldoende capaciteit hadden voor lage overdrachtssnelheden. Het nadeel hiervan is dat de processor
(CPU) actief de dataoverdracht moet regelen, en dan vaak byte voor byte. Toen de leessnelheid van
cd-rom stations alsmaar toenam, nam ook de processorbelasting steeds maar toe, zelfs zo ver dat 24x
en 32x stations de processor volledig in beslag konden nemen voor het regelen van het PIO-proces.
DMA-dataoverdracht is altijd efficiënter en belast de centrale processor slechts voor een paar procent.
DMA gebruikt hardware-voorzieningen om de data direct naar het systeemgeheugen over te dragen,
en hoeft alleen voor de eerste geheugentoewijzing en een korte synchronisatie een beroep te doen op
de centrale processor. Nog een voordeel is dat de overdrachtssnelheid vrijwel volledig afhankelijk is
van het aangesloten apparaat en niet van het computersysteem. DMA-compatibele apparaten leveren
constante prestaties, ongeacht op welke computer ze zijn aangesloten.
DMA wordt pas sinds kort in alle IDE-apparaten en IDE-aansluitingen ingebouwd, en alleen Windows-
versies vanaf Windows 95 OSR2 beschikken over DMA-stuurprogramma's voor de IDE/PCI-
overbruggingschips van de Intel PIIX-chipset. Maar vaak is bij dergelijke computers en die
besturingssystemen de DMA-optie niet ingeschakeld omdat men hier niet van op de hoogte is, of
omdat men bang is dat het systeem hiervan instabiel zal worden.
Het Setup-programma schakelt de DMA-overdracht voor het CD-ReWriter station automatisch in als
dat op uw computer mogelijk is.
Firmware-updates
De software die is ingebakken in de logische schakelingen van het station zelf, kan ook worden
bijgewerkt met nieuwere software-versies. Ga naar de Philips Support-website voor het ophalen van
de noodzakelijke hulpprogramma's en de beschikbare firmware-updates. Zie
Downloads
voor meer
informatie.
Ga naar
http://www.pctechguide.com/search.htm
voor uitleg over de technische termen in de
hierboven staande tekst.