RS 38 - RS 50 dreifasig zonder gasdichtheidscontrole
(A)
RS 38 - RS 50 dreifasig met gasdichtheidscontrole VPS
(B)
AFSTELLING THERMISCH RELAIS
RS 38 triphasé - RS 50
(C)
SCHEMA (A) - Driefasige voeding
Elektrische aansluiting branders RS 38 - RS
50 zonder dichtheidscontrole.
SCHEMA (B) - Driefasige voeding
Elektrische aansluiting branders RS 38 - RS
50 met dichtheidscontrole VPS.
De dichtheidscontrole heeft plaats alvorens de
brander start.
Voor België: enkel voor toepassingen die
niet onder het K.B. van 3 juli 1992 vallen.
Legende schema's (A) - (B)
h1 - Schakelaar 1ste vlamgang
h2 - Schakelaar 2de vlamgang
IN - Schakelaar voor manueel uitschakelen
XP - Stekker voor dichtheidscontrole
X4 - Vierpolige stekker
X5 - Vijfpolige stekker
D943
X6 - Zespolige stekker
X7 - Zevenpolige stekker
PC - Gascontroledrukschakelaar
PG - Min. gasdrukschakelaar
S
- Controlelampje vergrendeling
S1 - Controlelampje vergrendeling dichtheids-con-
TR - Regelingsthermostaat:
TL - Begrenzingsthermostaat:
TS - Veiligheidsthermostaat:
VR - Regelklep
VS - Veiligheidsafsluiter
SCHEMA (C)
Afstelling thermisch relais 20)(A)p. 3
D944
Dit relais verhindert dat de motor verbrandt door
een plotse verhoging van de absorptie bij het
overslaan van een fase.
• Als de motor op 400 V in ster is aangesloten,
plaats de wijzer op "MIN".
• Als de motor op 230 V in driehoek is aangeslo-
ten, plaats de wijzer op "MAX".
Ook al geeft de schaal van het thermisch relais
de opgeslorpte stroom van de 400 V motor niet
aan, toch is de bescherming verzekerd.
N.B.
De branders RS 38 en RS 50 driefasig zijn bij het
verlaten van de fabriek voorzien voor elektrische
D867
voeding 400 V. Indien de voeding 230 V is, de
motoraansluiting (van ster naar driehoek) en de
afstelling van het thermisch relais veranderen.
De branders RS 28 - 38 - 50 zijn gehomologeerd
voor een intermitterende werking. Dit betekent
dat ze "voor de Norm" tenminste 1 maal per ie-
dere 24 uur moeten stoppen, opdat de elektri-
sche apparatuur een controle van de eigen
doeltreffendheid bij het starten kan uitvoeren.
Normaal gesproken wordt de stilstand van de
brander verzekerd door de afstandsschakelaar
van de ketel.
Als dit niet zo is is het noodzakelijk om in serie
met IN een tijdschakelaar aan te brengen die er-
voor zorgt dat de brander tenminste 1 maal per
24 uur stopt.
De branders RS 28-38-50 zijn in de fabriek inge-
steld voor een tweetrapswerking en dus moet
de thermostaat TR verbonden worden.
Als u daarentegen wilt dat de brander een een-
trapswerking heeft, plaats dan, in plaats van de
thermostaat TR, een brug tussen de klemmen
T6 – T7 van de stekker X4.
OPGELET: De nulleider en de fase niet op
de elektrische voedingslijn. Dergelijke
omwisseling kan de vergrendeling van de
brander veroorzaken.
11
trole
regelt 1° en 2° vlamgang
stopt de brander wanneer de temperatuur
of de druk in de ketel de vastgestelde waar-
de bereikt
treedt in werking wanneer de TL defect is