Bediening
5.3.3 Fast-Cool
Met FastCool schakelt u naar het hoogste afkoelvermogen.
Hiermee worden lagere temperaturen bereikt:*
in het koelgedeelte
-
-
in het vriesvak*
Gebruik FastCool om grote hoeveelheden levensmiddelen snel
te koelen.
Wanneer u levensmiddelen wilt invriezen, dient u FastCool in te
schakelen wanneer u de producten in het apparaat legt.*
Wanneer Fast-Cool ingeschakeld is, draait de ventilator*. Het
apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kan het
geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Fast-Cool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met Fast-Cool koelen
Fig. 2 (4) kort indrukken.
u Toets Fast-Freeze
w Het symbool Fast-Cool
Fig. 2 (5) brandt op het display.
w De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Fast-Cool is ingeschakeld.
w De vriestemperatuur daalt naar de koudste waarde.*
w Fast-Cool schakelt na ca. 12 uur automatisch uit. Het appa-
raat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
Fast-Cool voortijdig uitschakelen
Fig. 2 (4) kort indrukken.
u Toets Fast-Freeze
Fig. 2 (5) op het display gaat uit.
w Het symbool Fast-Cool
w Fast-Cool is uitgeschakeld.
5.3.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 3
u Draagplateau omhoog tillen en een beetje naar voren
trekken.
u Draagplateau qua hoogte instellen. Schuif hiervoor de
uitsparingen langs de steunen.
u Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
u Draagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
w De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
Draagplateaus demonteren
u De draagplateaus kunnen
voor het reinigen gedemon-
teerd worden.
6
5.3.5 Deelbare draagplateau gebruiken
u Deelbaar
draagplateau
volgens
de
afbeelding
onderschuiven.
Fig. 4
u De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
u Breng geleiders en deelbare plateaus bij apparaten met een
vriesvak niet aan vóór de ventilator.*
5.3.6 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
u Vakken uitnemen volgens de afbeel-
ding.
Boter- en kaasvak altijd tegelijkertijd
met het deksel verwijderen.
u Deksel verwijderen: een zijkant van
het boter- en kaasvak naar buiten
drukken, tot de dekseltap vrij is, dan
deksel zijdelings verwijderen.
5.3.7 Flessenhouder uitnemen
u Flessenhouder
volgens
uitnemen.
5.4 Climat-Freshbox-gedeelte
Het Climat-Freshbox-gedeelte maakt het mogelijk om verschil-
lende soorten verse levensmiddelen driemaal langer dan bij
normaal koelen met behoud van kwaliteit te bewaren.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de
datum vermeld op de verpakking.
5.4.1 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.4.2 HydroSafe
De luchtvochtigheid in de HydroSafe is afhankelijk van het in
het vak geplaatste koelgoed alsmede van de frequentie van
* afhankelijk van model en uitvoering
afbeelding