FLM-420-O8I2-S
Veiligheidsvoorschriften
AANWIJZING!
Installatie mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd en gespecialiseerd personeel!
LET OP!
Elektrostatische ontlading (ESD)! Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
Bereid uzelf goed voor en draag een polsband of neem andere passende maatregelen.
Functies
De FLM-420-O8I2-S Interfacemodule heeft acht halfgeleideruitgangen (OC) voor de besturing van externe
apparatuur en twee bewaakte ingangen.De uitgangen kunnen onafhankelijk worden geschakeld. Ze zijn elektrisch
gescheiden van de LSN-lus en zijn kortsluitbestendig. Aangesloten belastingen kunnen in aparte groepen van
spanning worden voorzien, met elk vier uitgangen, door de brandmeldcentrale of door externe voedingen.Voor de
twee ingangen kunnen elk twee bewakingsfuncties worden geselecteerd (zie Afbeelding 6, Pagina 5):
1.
Bewaking van een lijn met eindweerstand voor stand-by of triggeren (onderbreking/kortsluiting)
2.
Bewaking van een potentiaalvrij contact voor de standen "open" en "gesloten"
De programmering wordt uitgevoerd via de programmeersoftware van de brandmeldcentrale.
Kabels worden door de rubberen doorvoeren of PG-kabelwartels geleid (zie Afbeelding 3, Pagina 4).
De insteekbare klemmenblokken van de interfacemodule maken de bekabeling (zelfs bij inbouw) eenvoudig.
Adresinstelling
Zet de draaischakelaar op de vereiste positie met behulp van een schroevendraaier (zie Afbeelding 4, Pagina 5).
Adres (A)
Bedrijfmodus
0 0 0
Lus/steeklijn in LSN improved version met automatische adressering
0 0 1 - 2 5 4
Lus/steeklijn/T-aftakking in LSN improved version met handmatige adressering
CL 0 0
Lus/steeklijn in LSN classic modus (adresbereik: max. 127)
2 5 5 - 2 9 9
Niet-toegestaan adresbereik (foutmelding op brandmeldpaneel)
Bedrading
De uitgangen OUT I/1- t/m 4- en OUT II/5- t/m 8- worden geschakeld tegen de negatieve potentiaal van de
interfacemodule (POWER IN OUT I/PI- en POWER IN OUT II/PII-). De positieve potentiaal voor OUT I/PI+ en OUT II/
PII+ wordt geleverd door de voeding voor randapparatuur (AUX) uit de brandmeldcentrale (zie Afbeelding 7,
Pagina 6) of door een van de twee externe voedingen (zie Afbeelding 8, Pagina 7) of een combinatie van beide
(zie Afbeelding 9, Pagina 7). OUT I/PI+ en POWER IN/OUT I/PI+ alsmede OUT II/PII+ en POWER IN/OUT II/PII+
worden intern aan elkaar gekoppeld.Externe voedingen moeten aardvrij zijn.
AANWIJZING!
De maximale kabellengte van alle ingangen die zijn aangesloten op de lus of steeklijn bedraagt
500 m in totaal. Bovendien moeten alle uitgangen die niet elektrisch geïsoleerd zijn van LSN
worden opgeteld bij de totale kabellengte (bijv. randapparatuur aangesloten via C-punten).
Bij het activeren van de ingangen IN 1 - 2 moeten deze elektrisch geïsoleerd zijn van LSN
(bijv. met relaiscontacten, drukknop etc.).
De activeringstijd van de ingangen moet ten minste 3,2 s bedragen.
Beschrijving
+U | 0V
LSN
a1- | b1+
LSN
Shield
+U | 0V
LSN
a2- | b2+
IN
+ | 1 | - , + | 2 | -
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Functie
Voeding voor randapparatuur (klemmen voor doorlussen)
LSN inkomend
Kabelafscherming (indien aanwezig)
Voeding voor randapparatuur (klemmen voor doorlussen)
LSN uitgaand
Ingang 1, Ingang 2
nl
26
F.01U.032.849 | 2.0 | 2010.11