Hoofdstuk 2
Bladzijde 10
2.3.2
Aanvullende veiligheidsinstructies voor verwarmbare apparaten
De verwarmde apparaten mogen uitsluitend van geïnstrueerd vak- en keukenpersoneel worden
bediend en mogen uitsluitend onder toezicht worden gebruikt .
Verwarmbare kopjesstapelaars zijn voor het klaarzetten van opgewarmd serviesgoed bestemd. Het
gebruik om gaar te koken of warm te houden van gerechten of als ruimteverwarming is niet
toegestaan.
De serviesgoed temperaturen kunnen hoger worden als de toegestane maximum temperaturen van
65° C voor apparaatoppervlakken die aangeraakt kunnen worden. Bij het serveren van heet
serviesgoed moeten daarom altijd beschermhandschoenen worden gedragen. Verbrandingsgevaar.
Nooit tijdens de werking in het apparaat grijpen en het verwarmingselement met de vingers aanraken.
Verbrandingsgevaar.
Serviesgoed bestaande uit kunststof, boven- en ondergedeelten van kunststof isoleersets en
kunststof ommantelde delen die warm gehouden worden mogen in verwarmde kopjesstapelaars noch
worden opgeslagen noch worden verwarmd. Door de hoge verwarmingselement temperaturen
kunnen de kunststoffen smelten en in brand raken.
2.4
Veiligheidsaanwijzingen voor de reiniging en het onderhoud
Bij de reiniging en het onderhoud rekening houden met de volgende punten:
Om hygiënische redenen moeten de reinigingsaanwijzingen zorgvuldig in acht worden genomen.
Voor de reiniging moet het apparaat buiten bedrijf worden gezet en voldoende zijn afgekoeld.
Het apparaat niet met dampstraal- of hogedrukreiniger schoonmaken. Als er in de omgeving
werkzaamheden met dampstraal- of hogedrukreinigers staan gepland, moet het apparaat van tevoren
buiten bedrijf worden gesteld en losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
Ook apparaten zonder elektra aansluiting mogen niet met stromend water, laat staan een
hogedrukspuit, worden gereinigd.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen voor het verhelpen van storingen
Bij onderhoud en het verhelpen van een storing moeten volgende punten in acht genomen worden:
Alle werkzaamheden voor het oplossen van storingen mogen uitsluitend door geautoriseerde
vakkrachten worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden voor het oplossen van storingen moet worden gegarandeerd, dat het apparaat is
uitgeschakeld. Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie moet het apparaat van het stroomnet
gescheiden worden en moet tegen inschakelen worden beveiligd.
De plaatselijk geldige ongevallenpreventie voorschriften moeten in acht worden genomen.
Defecte onderdelen dienen uitsluitend door originele onderdelen te worden vervangen.
2.6
Aanwijzingen voor specifieke gevaren
Elektrische energie
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen uitsluitend van een elektricien of van
geautoriseerde vaklui onder leiding en opzicht van een elektricien in overeenstemming met de
elektrotechnische regels worden uitgevoerd.
Apparatuur, waaraan inspectie- en onderhoudswerkzaamheden en het verhelpen van storingen
worden doorgevoerd, moeten spanningsvrij worden geschakeld en tegen het opnieuw inschakelen
worden beveiligd, wanneer geen spanning voor deze werkzaamheden noodzakelijk is. Dit mag
uitsluitend van een elektricien worden uitgevoerd.
Kopjesstapelaar
EBR/70-120 | EBR/100-150 | EBRH/70-120 | EBRH/100-150
Veiligheidsaanwijzingen voor de reiniging en het onderhoud
Veiligheidsaanwijzingen
91285809_A0