Vervolg
4
Als u de hoofdtelefoon opzet, wordt de
hoofdtelefoon automatisch
ingeschakeld.
5
Stel het volume in op een redelijk
niveau met de VOL regelaar.
Druk even op de TUNING toets om de
hoofdtelefoon automatisch af te
stemmen.
Druk nogmaals indien u geen duidelijk
audiosignaal ontvangt.
Herhaal zonodig de voorgaande
stappen 3 en 5 totdat de weergave het
best klinkt.
NL
8
TUNING
toets
VOL
regelaar
Uitzenden van RF signalen door de
zendeenheid
De zendeenheid begint automatisch met het
uitzenden van RF signalen, wanneer er
geluidssignalen van de aangesloten apparatuur
doorkomen.
Indien er gedurende ongeveer vier minuten geen
audiosignaal wordt gedetecteerd, stopt de
zendeenheid met het sturen van RF signalen en
dooft het spanningslampje.
Wanneer de zendeenheid opnieuw een
audiosignaal ontvangt, begint hij weer RF-
signalen te sturen en licht het spanningslampje
weer rood op.
Als de geluidssignalen erg zwak zijn, zal de
zendeenheid niet beginnen met het uitzenden
van RF signalen. Als de zendeenheid is
aangesloten op een hoofdtelefoonuitgang, stelt u
de volumeregelaar van de aangesloten
apparatuur in op 5 - 6 of hoger.
Het is mogelijk dat u het begin van het geluid
niet via de hoofdtelefoon hoort, omdat het even
kan duren voordat de zendeenheid begint met
het uitzenden van RF signalen nadat een
geluidssignaal is ontvangen.
Automatische aan/uitschakelfunctie
Wanneer u de hoofdtelefoon van uw hoofd
neemt, zal de stroom automatisch worden
uitgeschakeld. Zorg dat de zelf-afstellende
hoofdband niet omhoog wordt getrokken
wanneer u de hoofdtelefoon niet gebruikt, anders
wordt de hoofdtelefoon onnodig ingeschakeld.
De hoofdtelefoon wordt ingeschakeld.
Opmerking
Indien er een ruistoon weerklinkt, moet u dichter bij de
zendeenheid komen.