B
Het toestel gebruiken
3
Na het wassen
De zoemer weerklinkt en er verschijnt "End" op het weergavescherm.
Voor elke wasbeurt
• De omgevingstemperatuur moet liggen tussen 5-40°C. Indien de machine gebruikt wordt
bij een temperatuur van minder dan 0°C kunnen de toevoerklep en het afvoersysteem
beschadigd raken. Indien de machine in vorstomstandigheden is geïnstalleerd, moet ze naar
een ruimte met normale omgevingstemperatuur worden verplaatst om ervoor te zorgen
dat de watertoevoerslang en de afvoerslang kunnen ontdooien alvorens ze te gebruiken.
• Controleer de onderhoudsetiketten op uw kledij en de gebruiksinstructies voor het
wasmiddel alvorens te beginnen wassen. Gebruik wasmiddel dat weinig of niet schuimt
dat geschikt is voor wasmachines.
WAARSCHUWING!
• Was of droog geen artikelen die gereinigd, gewassen,
gedrenkt of bevlekt zijn met brandbare of explosieve
stoffen, zoals was, olie, verf, benzine, alcohol, kerosine
en andere ontvlambare materialen
• Het wassen van slechts enkele kledingstukken kan grote
slingerbewegingen veroorzaken en het alarm doen afgaan
als gevolg van onevenwicht. Daarom wordt gesuggereerd
om één of twee extra stukken wasgoed toe te voegen aan
de was zodat het centrifugeren gelijkmatiger kan verlopen
78
NL
B
Het toestel gebruiken
1
4
Controleer het onderhoudsetiket
Sorteer het wasgoed volgens kleur en soort textiel
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken
Bind lange stoffen linten en riemen samen, sluit ritssluitingen en knopen
Stop kleine voorwerpen in een waszak
Draai stoffen die gemakkelijk pluizen of met lange haren binnenste buiten
Wasmiddeldispenser
OPGELET!
Er moet enkel wasmiddel worden toegevoegd in het
"compartiment I" na het selecteren van de voorwasfunctie.
79
2
5
Voorwas
Hoofdwas
Wasverzachter
Ontgrendelknop om de dispenser
uit te trekken
NL
3
6