16
• Plaats geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen absorberen
(sponzen, keukenhanddoeken).
• Verwijder grotere etensresten van de
borden en gooi ze in de vuilnisbak.
• Maak aangebrande voedselresten op
de voorwerpen zachter.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
• Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken.
• Doe bestek en kleine items in het
bestekmandje.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet
verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
Voor het starten van een
programma
Controleer of:
• De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Schakel
het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact
voordat u
onderhoudshandelingen
verricht.
Vuile filters en verstopte
sproeiarmen verminderen de
wasresultaten. Controleer
regelmatig de filters en reinig
deze zo nodig.
De filters reinigen
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
• De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
• De positie van de items in de mandjes
correct is.
• Het programma van toepassing is op
het type lading en de mate van
bevuiling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u
deze uit het apparaat neemt. Hete
borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
Aan het einde van het
programma kan er water aan
de zijkanten en de deur van het
apparaat achterblijven.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en verwijder
het.