10
In werking stellen van de ketel
Segmenttest
Ontluchtingsprogramma actief
Standaard weergave met
toestel in bedrijf voor CV
10.1 Warmwatervoorziening
10.2 CV-systeem
10.3 Pomp functie
24
Zorg ervoor, alvorens de ketel in bedrijf te stellen, dat de ketel en de installatie goed
ontlucht zijn. Ontlucht de gasleiding en open de gaskraan van de ketel. De ketel behoeft
geen afstelling van branderdruk en luchthoeveelheid, omdat deze zelfregelend is en
%
fabrieksmatig is afgesteld en mag niet worden nagesteld.
bar
°C
- Steek de stekker in het stopcontact;
- Er volgt een opstartprocedure met segmenttest van het beeldscherm;
- De verlichting gaat aan en na de segmenttest weer uit;
Indien de waterdruk beneden 1,0 bar ligt dan verschijnt c1 18 in het beeldscherm;
Dit verdwijnt op het moment dat de waterdruk hoger is dan 1,3 bar en zal het ontluch-
tingsprogramma starten (c 1 05).
Dit duurt ca. 7 min. en zal gevolgd worden door de standaard weergave.
bar
De ketel zal direct inschakelen om de gewenste warmhoudtemperatuur van de warm-
watervoorziening te bereiken (Comfortstand).
Het WW-programma is na opstart altijd actief.
Dit wordt aangegeven door de middelste
Indien er warmtevraag is, wordt dit aangegeven door
bar
ziening in werking gesteld worden. De circulatiepomp zal gaan circuleren en de ketel
zal inschakelen
Wijziging naar Eco kan gedaan worden door middel van Parameter 684 (zie pag. 23)
Het cv-programma is na opstart altijd actief.
Dit wordt aangegeven door de bovenste
Indien er warmtevraag is, wordt dit aangegeven door
bar
king gesteld worden. De circulatiepomp zal inschakelen en de ketel zal na 1 à 2 minuten
inschakelen
.
Standaard staat de ketel ingesteld, dat de pomp bij warmtevraag voor CV of WW inscha-
kelt. Het in- en uitschakelen wordt geheel door de regeling gestuurd.
Vorstgevaar
bar
Indien er vorstgevaar voor de cv-installatie bestaat en er geen buitenvoeler aangesloten
is, is het raadzaam de pomp continu te laten draaien.
Met Parameter 684 is de pomp continu in te schakelen. Zie Hoofdstuk 10.4.
Indien de pomp continu is gekozen wordt dit weergegeven met de onderste
binatie met de
Indien er een buitenvoeler is aangesloten, dan zorgt de regeling voor de aansturing van
de pomp:
- bij buitentemperaturen tussen +1,5 en -5°C draait de pomp om de 6 uur voor 10 min.
- bij buitentemperaturen beneden -5°C zal de pomp continu draaien.
. Standaard staat de warmwatervoorziening ingesteld op Comfort.
of
.
en, zal de warmwatervoor-
en, zal de verwarming in wer-
in com-