6.5 Verwarmingssystemen met kunststof leidingen
6.6 Gasleiding
14
Bij het aansluiten of het toepassen van kunststof leidingen (vloer- en/of wandverwarming)
of leidingdelen (radiatoraansluitingen, verdeeleenheden), moet men er rekening mee
houden dat de toegepaste kunststof leidingen voldoen aan:
-
DIN 4726 t/m 4729 (geen hogere zuurstofdoorlatendheid dan 0,1 g/m3.d bij 40°C)
of
-
ATG-Keuring
Zorg ervoor dat een systeem met kunststofleidingen goed ontlucht wordt en blijft.
Indien het systeem niet voldoet aan een van deze normen, moet het deel met
kunststof leidingen gescheiden worden van de cv-ketel door middel van een
platenwisselaar.
Bepaal de diameter en monteer de gasleiding volgens de huidige regelgeving.
Plaats een KVBG gekeurde gaskraan bij de ketel.
De ketelleiding is voorzien van een binnendraad, waarin het staartstuk van de gaskraan
kan worden gedraaid.
Voor een goede werking van de ketel is het noodzakelijk dat de dynamische voordruk
van het gas hoger is dan 20 mbar.
Zorg ervoor dat, met name bij nieuwe leidingen, de gasleiding geen vuilresten
bevat.
Controleer na (onderhouds-)werkzaamheden aan de ketel altijd alle gasvoerende
delen op dichtheid (d.m.v. lekzoekspray).