Réglages / Instellingen / Einstellungen
Analyse de l'essai
³ Quantité identique dans les 4 éprouvettes:
Bon recroisement correspondant à un bon
épandage.
³ Trop d'engrais au recroisement:
Réglage de la goulotte trop important.
- Diminuer le réglage de la goulotte en
fonction de la surdose mesurée au
recroisement.
:
EXEMPLE
- Pour un sur-dosage au recroisement de l'ordre de
25%, diminuer la goulotte de 5.
- Pour des sur-dosages intermédiaires, diminuer la
goulotte par paliers intermédiaires.
:
EXEMPLE
- Pour +35% au recroisement, diminuer la goulotte
de 7 graduations
Analyse van de proef
³ Dezelfde hoeveelheid in de 4 proefstukken
Juiste overlap als gevolg van een juiste
strooimethode.
³ Analyse van de proef:
Goot de breed ingesteld:
- De strooigoot lager afstellen, afhankelijk
van het te grote debiet dat werd gemeten
bij overlapping.
:
VOORBEELD
- Als bij overlappen de hoeveelheid ongeveer 25%
te groot is, de goot 5 streepjes lager instellen op
de afleesschaal.
- Bij te groot debiet in tussenliggende waarden, de
strooigoot trapsgewijs lager instellen.
:
VOORBEELD
- Bij +35% bij overlapping, de goot 7 streepjes
lager instellen.
Bewertung der Überlappungskontrolle
³ G
M
LEICHE
ENGE IN DEN
Gute Überlappung, d.h. einwandfreies
Streuergebnis.
³ Z
D
U VIEL
ÜNGER IN DER
Zuführorgan zu hoch eingestellt:
- Zuführorgan in Abhängigkeit von der im
Überlappungsbereich gemessenen
Übermenge reduzieren.
B
:
EISPIEL
- Bei einer Übermenge von 25 % im
Überlappungsbereich Zuführorgan um 5
verringern.
- Bei dazwischen liegenden Übermengen,
Zuführorgan stufenweise verringern.
B
:
EISPIEL
- Bei + 35 % in der Überlappungszone
Zuführorgan um 7 Stricheinheiten verringern.
4 R
EAGENZGLÄSERN
Ü
BERLAPPUNGSZONE
³ Pas assez d'engrais au recroisement:
- Augmenter la goulotte en fonction du sous-
dosage mesuré au recroisement.
:
EXEMPLE
- Pour un sous-dosage au recroisement de l'ordre
de 25% , augmenter la goulotte de 5 graduations.
- Pour des sous-dosages intermédiaires, augmenter
la goulotte par paliers intermédiaires.
:
EXEMPLE
- Pour -35% au recroisement, augmenter la goulotte
de 7 graduations
³ Te weinig kunstmest bij overlapping:
- De strooigoot hoger afstellen, afhankelijk
van het te lage debiet dat bij overlapping
werd gemeten.
:
VOORBEELD
- Bij een te klein debiet van ongeveer 25% bij
overlappen, de goot 5 streepjes hoger instellen
op de afleesschaal.
- Bij te klein debiet in tussenliggende waarden,
de strooigoot trapsgewijs hoger instellen.
:
VOORBEELD
- Bij -35% bij overlapping, het debiet van de goot
7 streepjes hoger instellen.
³ Z
D
U WENIG
ÜNGER IN DER
- Zuführorgan in Abhängigkeit von der im
Überlappungsbereich gemessenen
Fehlmenge erhöhen.
B
:
EISPIEL
- Bei einer Fehlmenge von 25 % im
Überlappungsbereich Zuführorgan um 5
Stricheinheiten erhöhen.
- Bei dazwischen liegenden Fehlmengen,
Zuführorgan stufenweise erhöhen.
B
:
EISPIEL
- Bei – 35 % in der Überlappungszone,
Zuführorgan um 7 Stricheinheiten erhöhen.
FR
NL
DE
Ü
BERLAPPUNGSZONE
1
2
45