FOUTMELDINGEN
Display
Foutmelding
ERROR 1
Onjuist wachtwoord
ERROR 2
Niet gevonden code of vrije geheugenpositie
ERROR 3
Herhaalde code: toont de geheugenpositie van de reeds geprogrammeerde code.
Zendt een geluidssignaal uit.
ERROR 4
Ingenomen positie: springt naar de eerste vrije positie. Zendt een geluidssignaal uit.
ERROR 5
Gegevens buiten bereik
ERROR 6
Plaatsgebrek in het geheugen voor het gekozen bereik of geheugen vol. Zendt een geluidssignaal uit.
ERROR 7
Foutmelding geheugen: geheugenkaart niet ingebracht, verkeerde geheugenkaart of met onjuist formaat
(van een ander apparaat)
ERROR 8
Foutmelding voorvallen: onjuiste voorvallenkaart of met onjuist formaat (van een ander apparaat)
WERKING OPTIONELE ANTI-PASSBACK KAART
Kaartaansluiting
Ontkoppel de centrale van de voeding vooraleer de anti-passback kaart aan te sluiten.
Werking
De Anti-passback laat toe een toegangscontrole uit te voeren waarbij vermeden wordt dat een gebruiker twee keren na elkaar in
dezelfde richting toegang krijgt. De gebruiker dient de toegang eenmaal in iedere richting uit te voeren (in- en uitgang).
De Anti-timeback is een tijdsvertragings-anti-passback die de toegang twee keren na elkaar in dezelfde richting toelaat na een
ingestelde tijd.
Werking met zenders
Voor de werking van de kaart met zenders is het onontbeerlijk gebruik te maken van magnetische detectoren om het binnen- en
buitenrijden van bedrijfsvoertuigen te kunnen onderscheiden. Hiervoor bevat de kaart drie poolklemmen (microschakelaar open
voor in- en uitgang, en gemeenschappelijk) bestemd voor de aansluiting van detectoren.
Let op: om de toegangscontrole te bevestigen dient men zich boven het toegangscircuit te plaatsen en op de zender op hetzelfde
moment te drukken. Om de toegangscontrole te bevestigen dient men zich boven het uitgangscircuit plaatsen en op de zender op
hetzelfde moment drukken.
Werking met apparaten voor toegangscontrole
In dit geval is de aansluiting van magnetische detectoren facultatief (indien de detectoren niet gebruikt worden, laat de klemmen
ongekoppeld).
De kanalen die de centrale gebruikt om op te sporen of de bewerking van binnen- of buitenrijden uitgevoerd wordt respectievelijk 1
en 3 voor ingang en 2 en 4 voor uitgang.
GEBRUIK VAN DE ONTVANGERS
Deze ontvangers zijn bestemd voor gebruik bij op-afstand-bediende garagepoorten en toegangscontrole, om bedieningspanelen te
besturen en om alarmen te activeren/deactiveren. Zijn gebruik wordt niet gegarandeerd om andere apparatuur direct te besturen.
De fabricant behoudt zich het recht voor om details aan de installatie te veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
1
2
3
4
5
49
1
Leds aanduiding opsporing
2
Contact presentie UITGANG
3
Contact presentie INGANG
4
Gemeenschappelijk
5
Kaartconnector centrale