nl
NEDERLANDS
5
9. Drie binnenzeskantschroeven (31) weer
aantrekken.
10.Tafel inlegprofiel (4) bevestigen en met de
schroef (29) vergrendelen.
Spaankap monteren
1. Zaagblad in de bovenste stand brengen.
2. Spaankap (7) aan de opname bij het
spouwmes (5) monteren.
3. Spaankap met de klemhendel (6) stevig
aantrekken.
5 6
7
Hoogteregeling van het tafel inlegprofiel
(indien nodig)
Het tafel inlegprofiel (4) is juist ingesteld, wanneer
zijn oppervlak zich 0 mm tot 0,7 mm onder het
tafeloppervlak bevindt.
Voor de hoogteregeling de 4 schroeven in de
hoeken van het tafel inlegprofiel (4) draaien.
7.2
Netaansluiting
Gevaar! Elektrische spanning
• Gebruik het apparaat uitsluitend in een
droge omgeving.
• Het apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een stopcontact dat aan de
volgende voorwaarden voldoet (zie ook
"Technische gegevens"):
– stopcontacten reglementair geïnstal-
leerd, geaard en gecontroleerd;
– netspanning en -frequentie moeten
overeenstemmen met de waarden op
het typeplaatje van het apparaat;
– de stroomkring dient vakkundig bevei-
ligd te worden met een differentieel-
schakelaar (RCD) die aanslaat bij een
lekstroom van 30 mA;
Aanwijzing:
Neem contact op met uw energiebedrijf of
elektricien indien u vragen heeft of uw
huisaansluiting voldoet aan deze
voorwaarden.
• De stroomkabel moet zo gelegd worden dat
het de werkzaamheden niet kan
bemoeilijken en dat de stroomkabel niet
beschadigd kan raken.
• Bescherm de stroomkabel tegen hitte,
bijtende vloeistoffen en beschadiging door
scherpe randen.
• Gebruik als verlengkabel alleen kabels met
rubbermantel en voldoende grote diameter.
34
• Gebruik alleen verlengkabels die ook voor
31
toepassingen in de buitenlucht toegelaten
en als zodanig gemarkeerd zijn.
• Trek de stekker niet aan de stroomkabel uit
het stopcontact.
• Voorkom dat het apparaat per ongeluk
start: controleer of de aan-/uitschakelaar is
uitgeschakeld wanneer de stekker in het
stopcontact wordt gestoken.
8. Bediening
De zaag mag slechts door één persoon
tegelijk bediend worden. Andere personen
mogen uitsluitend werkstukken aanreiken of
afnemen, en moeten op een afstand van de
zaag blijven staan.
Controleer of alles goed functioneert alvo-
rens met de werkzaamheden te beginnen:
– stroomkabel en stekker;
– aan-/uitschakelaar;
– spouwmes;
– spaankap;
– hulpstukken (schuifstok, schuifhout en
greep).
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen:
– stofmasker;
– goorbescherming;
– veiligheidsbril.
Let op een juiste werkhouding tijdens het za-
gen:
– neem plaats aan de bedienkant;
– tegenover het zaagblad;
– links van het opstuivende zaagsel;
– bij bediening met twee personen moet de
tweede persoon op voldoende afstand
van de zaag staan.
Al naargelang het soort werk dat u verricht,
gebruikt u:
– toegelaten werkstuksteunen - als werk-
stukken na het afzagen van de zaagtafel
zouden vallen;
– een zaagselafzuigsysteem.
Vermijd frequente bedieningsfouten:
– Probeer nooit het zaagblad af te remmen
door er van de zijkant tegenaan te druk-
ken. Ook hier bestaat gevaar voor terug-
slag.
– Druk het werkstuk tijdens het zagen
steeds op de tafel en plaats het nooit op
zijn kant. Ook hier bestaat gevaar voor te-
rugslag.
– Zaag nooit meerdere stukken in één keer
– ook geen bundels die uit diverse afzon-
derlijke stukken bestaan. Er is gevaar
voor lichamelijk letsel als afzonderlijke
stukken zonder steun door het zaagblad
worden gegrepen.
Zaag nooit werkstukken waaraan touwen,
snoeren, riemen of draden hangen of die
dergelijke materialen bevatten.
8.1
Sommige soorten zaagsel (bijv. van beuken-,
eiken- en essenhout) kunnen bij inademing
kankerverwekkend zijn.
Werkzaamheden in gesloten ruimten mogen
alleen met een geschikte spaanafzuiginstalla-
tie uitgevoerd worden.
Gebruik bovendien een stofmasker omdat
niet al het zaagstof opgevangen c.q. afge-
zuigd wordt.
Het werken zonder geschikt afzuigsysteem is
alleen buiten mogelijk.
Gevaar voor ongevallen!
Intrekgevaar!
Spaanafzuiginstallatie / alleszuiger
Gevaar!
De afzuiginstallatie moet voldoen aan de
volgende eisen:
• Passend bij de diameter van het afzuigstuk
(spaanbak 35/44 mm);
3
• Luchtdebiet 460 m
/h;
• Onderdruk aan het afzuigstuk van de zaag
530 Pa;
• Luchtsnelheid aan het afzuigstuk van de zaag
20 m/s.
Het afzuigstuk (25) voor de afzuiging van het
zaagsel bevindt zich op de
zaagbladbeschermkast.
Lees ook de handleiding voor de bediening van
de spaanafzuiginstallatie!
8.2
Zaaghoogte instellen
Gevaar!
Voorwerpen of lichaamsdelen die zich binnen
het instelbereik bevinden, kunnen door een
draaiend zaagblad meegesleurd worden! Stel
de zaaghoogte alleen in, als het zaagblad
helemaal stil staat!
De zaaghoogte van het zaagblad moet aangepast
worden aan de hoogte van het werkstuk: de
spaankap moet aan de voorzijde met de
onderkant op het werkstuk liggen.
• Zaaghoogte door draaien van de handkruk (17)
instellen.
17
Aanwijzing:
Om een eventuele speling bij de instelling
van de zaaghoogte te compenseren, beweegt
u het zaagblad altijd van onderen in de
gewenste positie.
8.3
De zaagbladhoek instellen
Gevaar!
Lichaamsdelen, voorwerpen of
apparaatdelen die zich binnen het
instelbereik bevinden, kunnen door een
draaiend zaagblad meegesleurd worden! Stel
de zaagbladhoek alleen in, als het zaagblad
stil staat!
De hoek van het zaagblad kan tussen -1,5° en
46,5° worden ingesteld.
1. Klemhendel (18) losmaken.
2. Gewenste zaagbladhoek door draaien van het
handwiel (16) instellen.