Eerste Inbedrijfstelling; Zekeringen Vervangen - Dometic CH 4000 Instructions De Montage Et De Service

• De waterslangen die worden aangesloten op de boiler en de veilig-
heids- en aftapklep moeten geschikt zijn voor drinkwater, drukvast tot
4,5 bar en bestand tegen warm water tot +80 °C.
Aanwijzingen m.b.t. de aansluiting op de gastoevoer
• Controleer de compatibiliteit van de gegevens op het typeplaatje met
de eisen aan de gastoevoer van het voertuig.
Aanwijzingen m.b.t. het elektrische systeem
• Het toestel mag uitsluitend door een bevoegde elektricien op de
stroomvoorziening worden aangesloten.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de
aanwezige stroomvoorziening.
• Leg geen losse of scherp geknikte kabels naast elektrisch geleidend
materiaal (metaal).
• Bescherm kabels tegen scherpe randen.
• Alleen CH4000E, CH6000E: Installeer een netschakelaar voor alle
polen met een contactopening van minstens 3 mm aan de installatie-
zijde voor de wisselstroomvoeding (230 V).
• Als uw toestel op het stroomnet is aangesloten (alleen CH4000E,
CH6000E): zorg ervoor dat de wisselspanningsvoorziening is bevei-
ligd met een aardlekschakelaar.
Aanwijzingen m.b.t. de aansluiting op een zonne-installatie
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging
De elektronica van het toestel kan beschadigd raken door
een onregelmatige spanningsvoorziening van de zonne-
installatie.
Gebruik altijd een spanningsregelaar of een accu met
laadregelaar tussen het toestel en het zonnepaneel in over-
eenstemming met EN 1648.
Het toestel monteren en aansluiten
1. Monteer het toestel in overeenstemming met afb. d, pagina 4.
2. Monteer het bedieningspaneel in overeenstemming met afb. e,
pagina 4 tot afb. g, pagina 5.
3. Monteer het uitlaatkanaal en de schoorsteenkap in overeenstemming
met afb. i, pagina 5 tot afb. l, pagina 6.
– Leid het uitlaatkanaal direct achter het toestel in een boog naar de
zijkant of naar de bovenkant overeenkomstig afb. h, pagina 5.
Dit helpt om geratel te voorkomen en lawaai te verminderen.
Bevestig het uitlaatkanaal minimaal om de 50 cm (afb. h,
–
pagina 5) met klemmen (accessoire).
4. Monteer de heteluchtkanalen in overeenstemming met afb. m,
pagina 6 en afb. n, pagina 6.
5. Neem het wateraansluitschema in acht: afb. o, pagina 6.
6. Monteer de veiligheids- en aftapklep en sluit deze aan op de koudwa-
tervoorziening in overeenstemming met afb. p, pagina 6 tot
afb. q, pagina 7.
7. Sluit de warmwateruitlaat aan in overeenstemming met afb. r,
pagina 7.
8. Sluit de ontluchtingsslang aan in overeenstemming met afb. s,
pagina 7.
9. Zorg ervoor dat de bedrijfsdruk van de gastoevoer overeenkomt met
die van het toestel, zie typeplaatje.
10. Sluit het toestel aan op de gastoevoer in overeenstemming met
afb. t, pagina 7.
11. Sluit het toestel aan op de stroomvoorziening in overeenstemming
met afb. u, pagina 7.
– U kunt de D+-aansluiting gebruiken als er geen veiligheidsgas-
klep (conform VN/ECE-reglement nr. 122) is gemonteerd.
– Zorg ervoor dat er ten minste 12 V beschikbaar is op het toestel.
46
Legenda bij afb. u, pagina 7
Nr. Beschrijving
1 Vensterschakelaar (optioneel accessoire)
2 Ruimtetemperatuursensor

Eerste inbedrijfstelling

1. Plak de bijgeleverde sticker met waarschuwingen op een goed zicht-
bare plek op de verwarming of in het voertuig, bijvoorbeeld op de
kastdeur.
2. Als het typeplaatje na de montage niet meer zichtbaar is, breng dan
het bijgeleverde typeplaatje (kopie) aan op een goed toegankelijke
plek in de buurt van het toestel.
3. Laat na de montage door een specialist controleren of de gastoevoer-
leiding goed vastzit met behulp van de drukvalmethode en laat een
keuringscertificaat uitgeven (bijvoorbeeld in Duitsland conform
DVGW werkblad G 607).
4. Stel de waarde voor de onderspanningswaarschuwing in conform
afb. v, pagina 7.
5. Stel de volgende instellingen in (zie gebruiksaanwijzing):
– Max. ventilatorsnelheid in stille modus
– Min. ventilatorsnelheid in ventilatiemodus
6. Noteer het jaar van montage op het typeplaatje.
7. Overhandig de gebruiksaanwijzing aan de eigenaar van het voertuig.
8. Controleer alle functies van het toestel, met name het legen van de
boiler.
Als een nieuw toestel voor het eerst in bedrijf wordt gesteld, kan er voor
korte tijd rook- en geurontwikkeling ontstaan.
➤ Zorg er in dit geval voor dat het interieur goed is geventileerd en laat
het toestel een paar minuten op het hoogste temperatuurniveau wer-
ken om zichzelf te reinigen:
– Stel de ruimtetemperatuur in op de maximale waarde
– Selecteer de automatische modus voor luchtverwarming
– Selecteer de hete modus voor waterverwarming.

Zekeringen vervangen

!
WAARSCHUWING!
Alvorens de zekeringen te vervangen of te onderhouden
dient u het toestel uit te schakelen, de gastoevoer af te slui-
ten en de gelijkstroomvoorziening (12 V) los te koppelen.
Alleen CH4000E, CH6000E: Koppel de wisselstroom-
voorziening (230 V) los.
➤ Vervang defecte gelijkstroomzekeringen in overeenstemming met
afb. w, pagina 8. Gebruik alleen zekeringen van dezelfde waarde.
Reiniging en onderhouden
➤ Reinig het toestel in overeenstemming met afb. x, pagina 8.
➤ Gebruik nooit reinigingsmiddelen die chloor bevatten voor de reini-
ging en desinfectie.
➤ Voer één keer per week de zelfreiniging uit: zie hoofdstuk „Zelfreini-
ging" op pagina 47.
➤ Als de zijdelingse schoorsteenkap onder een raam is geplaatst: Con-
troleer de werking van de vensterschakelaar elk seizoen of voor elke
reis.
➤ Controleer regelmatig, met name na lange reizen, of de schoorsteen-
kap en het uitlaatkanaal intact en correct bevestigd zijn.
➤ Bedien de veiligheids- en aftapklep regelmatig, ten minste twee keer
per jaar, om kalkafzettingen te verwijderen en een goede werking te
waarborgen.
4445103144
NL