Installatie - voor de installateur
11.1 Overdracht van het toestel
» Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit
en maak hem vertrouwd met het gebruik ervan.
» Wijs de gebruiker op de veiligheidsklep, de betekenis
daarvan en de bedieningsinstructies.
» Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name het
gevaar van brandwonden.
» Overhandig deze handleiding.
12. Buitendienststelling
» Verbreek de verbinding tussen het toestel en de
netspanning met de zekering in de huisinstallatie.
» Tap het toestel af. Zie het hoofdstuk "Onderhoud/
toestel aftappen".
13. Storingen verhelpen
13.1 Storingstabel
Storing
Oorzaak
Het water wordt niet
De veiligheidstem-
warm en het waar-
peratuurbegrenzer is
schuwingslampje is
geactiveerd.
niet verlicht.
De veiligheidstem-
peratuurbegrenzer is
geactiveerd, omdat de
regelaar defect is.
De verwarmingsflens
is defect.
De verwarmingstijd
De verwarmingsflens
is zeer lang en het
is verkalkt.
waarschuwingslampje
is verlicht.
De veiligheidsklep
De klepzitting is vuil.
druppelt en het waar-
schuwingslampje is
niet verlicht.
Resetknop veiligheidstemperatuurbegrenzer
1 Resetknop
2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
24
" oplossing
Controleer het toestel
en verhelp de oor-
zaak.
Druk op de resettoets
(zie afbeelding).
Vervang de regelaar.
Druk op de resettoets
(zie afbeelding).
Vervang de verwar-
mingsflens.
Ontkalk de verwar-
mingsflens.
Reinig de klepzitting.
2
1
14. Onderhoud
WAARScHUWing elektrische schok
Scheid alle polen van het toestel van het elektriciteit-
snet voor aanvang van alle werkzaamheden!
Voor enkele onderhoudswerkzaamheden is het noodza-
kelijk de onderste kap te verwijderen.
Wanneer het toestel bovendien moet worden afgetapt,
raadpleeg dan het hoofdstuk "Het toestel aftappen".
14.1 Veiligheidsklep testen
» Controleer de veiligheidsklep regelmatig.
14.2 Het toestel aftappen
WAARScHUWing verbranding
Tijdens het aftappen kan er heet water uit het toestel
lopen.
Indien het toestel voor onderhoudswerkzaamheden of bij
vorstgevaar moet worden afgetapt voor de bescherming
van de volledige installatie, gaat u als volgt te werk:
» Sluit de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
» Tap het toestel af via de
14.3 De veiligheidsanode controleren
» Controleer de veiligheidsanode voor het eerst na één
jaar en vervang deze, indien nodig. Hiervoor is het
noodzakelijk de verwarmingsflens te demonteren.
» Neem daarna de beslissing met welke tijdsintervallen
de verdere tests moeten worden uitgevoerd.
14.4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Een veiligheidstemperatuurbegrenzer beschermt het toe-
stel tegen overmatige verhitting, doordat deze de aan-
voerkabel op alle polen onderbreekt. Het is mogelijk om
de veiligheidstemperatuurbegrenzer door het drukken op
de toets onder de onderste kap te resetten, nadat de sto-
ring is verholpen (zie hoofdstuk "Storingen verhelpen").
14.5 Ontkalken
» Verwijder losse kalkafzettingen uit de boiler.
» Ontkalk, indien noodzakelijk, het binnenreservoir met
in de handel verkrijgbare ontkalkingmiddelen.
» Ontkalk de flens pas wanneer deze is gedemonteerd
en behandel het oppervlak van de boiler en de veilig-
heidsanode niet met ontkalkingsmiddelen.
14.6 Veiligheidsweerstand tegen corrosie
Zorg ervoor dat bij servicewerkzaamheden de veiligheids-
weerstand tegen corrosie op de isolatieplaat niet wordt
beschadigd of wordt verwijderd. Monteer de veiligheids-
weerstand tegen corrosie na vervanging weer conform
de voorschriften.
1
1 Veiligheidsweerstand tegen corrosie
aftapschroef.