V. ONDERHOUD EN VERHELPEN VAN STORINGEN
Uw zaaicontroller is voor alles een elektronisch apparaat. U dient er dus zorgvuldig mee om te gaan. Na het
zaaien dient de controller op een droge plaats te worden opgeslagen.
Indien de cellen vuil zijn moeten ze met een zachte borstel worden schoongemaakt.
LET OP: Sluit de elektriciteit van de console af alvorens laswerkzaamheden uit te voeren op de tractor of
de zaaimachine om het systeem niet te beschadigen.
Symptoom
De console gaat niet aan
De rijenonderbrekers werken niet
Alarm rijen defect + alarm bij
over- en onderpopulatie.
Alarm elektriciteitsspanning
Alarm configuratie afbakening
Alarm configuratie van toewijzing
rijen
Alarm bij afwezigheid van
voortgangssnelheid
Alarm autodiagnose
Het onderdeel schakelt niet in (bij
rijen uitgerust met van
afkoppelbare koppen)
Het onderdeel schakelt niet uit (op
rijen uitgerust met afkoppelbare
koppen)
Mogelijke oorzaken
- De zekering is doorgebrand.
- Verkeerde aansluiting op de accu.
- Defecte accukabels.
- Te lage spanning van de accu.
- Defecte console
- Omkering van accupolen
- De volgorde van de afbakening is niet
geconfigureerd
- De module rijenonderbrekers die zich op
de zaaimachine bevindt wordt niet gevoed
(geen enkele diode is verlicht)
- De module rijenonderbrekers
communiceert niet meer met de console
(snel knipperen, 2/sec)
- De solenoïdes zijn verbonden met de
massa van de zaaimachine.
- Zaai-element is defect.
- De sensor is vuil.
- Sensor of kabelbundel defect
- Spanning te laag
- Aansluiting van de accu van slechte
kwaliteit
- Kabelbundel beschadigd
- De configuratie van de afbakening is niet
correct.
- Sensor defect
- Incorrecte toewijzing van rijen
- Console defect
- Defect van de snelheidssensor.
- Console defect
- Console defect
- afkoppelbare koppen is defect.
- De elektrische aansluiting is defect.
- De elektromagneet is defect.
- 77 -
Oplossingen
- Controleer de zekeringen van de kabelbundel van de tractor. Als de
zekeringen doorgebrand zijn, vervangt U sie met nieuwe zekeringen
van 15 en 30 A.
Als de zekering weer doorbrandt, kijkt u of de elektrische kabelbundel
niet gebroken of beschadigd is; zoniet: contact opnemen met onze
klantenservice.
- Contacten schoonmaken en aandraaien.
- De kabels correct vervangen of repareren
- Controleer of de accuspanning minstens 10 volt bedraagt. Als dat
niet het geval is moet u de accu opladen of vervangen.
- Contact opnemen met onze klantenservice
- Verbind de draden op de juiste manier met de accu
- Indien de rijenonderbrekers in handmatige modus wel werken maar
niet in de afbakeningsmodus, dient u de programmering van de
console te controleren. Controleer de voortgangsmodus van de
passages, (telling per zaai-onderbreking). Als de rijenonderbrekers
correct geprogrammeerd is, controleert u of de afbakening niet op
pauze staat.
- De module moet zowel op de console als op de accu aangesloten
zijn. (6-pinconnector + 2 pinconnector)
- De module rijenonderbrekers dient aangesloten te zijn op de console
(6-pinconnector)
- Gebruik niet de massa van de zaaimachine maar de interne massa
van de module. (Sluit de twee draden aan op iedere solenoïde).
- Controleer het zaai-element
- Maak de sensor schoon met een borstel.
- Wissel de aansluiting van de defecte sensor om met een sensor
ernaast om te zien of het probleem zich verplaatst of niet.
- De spanning van de accu moet minimaal 10 volt zijn.
- Schoonmaken en de aansluitingen aandraaien.
- De kabels repareren of vervangen De rode draden van de sensor (+ 8
volt) dienen niet in aanraking te komen met de massa of het chassis
van de zaaimachine.
- De configuratie van de afbakening komt niet overeen met de
rijenonderbrekers geïnstalleerd op de zaaimachine.
- De console herkent een aantal sensors dat niet overeenkomt met de
programmering van de console. Controleer of alle sensors worden
herkend bij het aanzetten. Vervang de defecte sensors.
- Bij het aanzetten herkent de console een aantal sensors dat niet
overeenkomt met de programmering van de console. Console
herprogrammeren
- Contact opnemen met onze klantenservice.
- Er komt geen snelheidssignaal bij de console terwijl minstens een
sensor de passage van zaden herkent. Controleer de snelheidssensor
en de bekabeling.
- Contact opnemen met onze klantenservice.
- Contact opnemen met onze klantenservice.
- Contact opnemen met onze klantenservice.
- Controleer de elektrische aansluiting (zie III-6).
- Contact opnemen met onze klantenservice.